In de Sunan van aboe Daawoed vinden we ook een hadieth, overgeleverd door de moeder van de gelovigen, 3aa’ishah, die gezegd heeft:

“We vertrokken met de Profeet Allaah’ s gebeden en vrede zij met hem naar Mekka. We smeerden onze voorhoofden in met geparfumeerde Suk1 toen we onszelf in gewijde staat brachten. Als een van ons transpireerde, liep dit over haar voorhoofd. De Profeet Allaah’ s gebeden en vrede zij met hem zag dit, maar hij verbood het niet.”

Dit doet dus uitschijnen dat ze geparfumeerd naar buiten gingen.

Toch is dit volledig betwistbaar en wordt dit verworpen om de volgende redenen:

Ten eerste: Zelfs als de tekst authentiek was, kan je begrijpen dat ze hun voorhoofden insmeerden in hun huizen, voor ze naar Mekka vertrokken. Ofwel deden ze dit terwijl ze zich in hun draagstoelen bevonden, zodanig dat de vreemden hun geur niet konden ruiken. En dat is toegestaan.

Ten tweede: Deze tekst is, onder deze bewoording, eigenaardig (Shaadh) en spreekt andere authentieke teksten tegen. Er werd overgeleverd door aboe Daawoed (1830) volgens al-Husayn ibn al-Djunayd a-Daamaghaanie volgens aboe Usaama volgens 3umar ibn Suwayd a-Thaqafie volgens 3aa’ishah bint Talhah volgens 3aa’ishah de moeder van de gelovigen…

Op deze manier lijkt deze overleveringsketen authentiek, maar er bestaat verdeeldheid in verband met 3umar ibn Suwayd.

Aboe Daawoed (254) overlevert de tekst met deze andere overleveringsketen: 3abdu-llaah ibn Daawoed al-Khariebie volgens 3umar ibn Suwayd met dezelfde overleveringsketen tot aan de moeder van de gelovigen 3aa’ishah, die gezegd heeft: “We verrichtten de grote wassing, terwijl we een smeersel op ons voorhoofd hadden. We waren in aanwezigheid van de Profeet Allaah’ s gebeden en vrede zij met hem in ongewijde en gewijde staat.”

Dit is de tekst zoals hij aanvaard wordt. Er staat nergens dat ze naar buiten traden met geparfumeerd smeersel. Integendeel, hij vermeldt dat ze zich wasten toen hun voorhoofd ingesmeerd was met iets, en er staat niet in of ze geparfumeerd waren of niet.

Ten derde: Het parfumeren is onbeperkt verboden (zowel voor de man als voor de vrouw) als men zich in een gewijde staat bevindt.

3abdu-llaah ibn 3umar overlevert dat een man opstond en zei:

“O Boodschapper van Allaah!! Wat beveel je ons als kleding te dragen in gewijde staat??” De Profeet Allaah’ s gebeden en vrede zij met hem zei: “Draag geen hemd, broek, tulband of boernoes. Iemand die geen sandalen heeft, mag uitzonderlijk schoenen dragen, maar laat hem ze korter knippen zodat ze onder zijn enkels komen. Draag niets dat in aanraking gekomen is met saffraan of rode kleurstof. De vrouw in gewijde staat bedekt haar gezicht niet en draagt geen handschoenen.”2

Al-Bukhaarie heeft in zijn “Sahieh” een hoofdstuk gewijd aan deze hadieth onder de titel: “Wat verboden is als parfum voor de man en de vrouw in gewijde staat.” 3aa’ishah moge Allaah behaagd met haar zijn heeft gezegd:
“De vrouw in gewijde staat draagt geen kleding die gekleurd is met saffraan of rode kleurstof.”

Ibn Hajar Moge Allaah barmhartig met hem zijn heeft gezegd:
“Dat betekent dat de man en de vrouw daarin gelijk zijn. De geleerden verschillen daarover niet van mening, maar er is wel verdeeldheid over bepaalde andere zaken, of ze als parfum beschouwd moeten worden of niet. De wijsheid achter het verbod van parfum is omdat het aanzet tot geslachtsgemeenschap en de aanvang ervan, wat de gewijde staat ongeldig maakt. Bovendien strookt dit niet met het beeld van de persoon in gewijde staat, die meestal verwilderd is en vol stof.”

Hij zegt ook: “De vrouw is gelijk aan de man wat het verbod op parfum betreft, en hierover is er een unanieme overeenstemming bij de geleerden.”

Ten vierde: Al-Bukhaarie Moge Allaah barmhartig met hem zijn heeft de volgende tekst vermeld, overgeleverd door 3aa’ishah: “De vrouw in gewijde staat draagt geen kleding die gekleurd is met rode kleurstof of saffraan.”

Dit is een authentieke tekst overgeleverd door al-Bayhaqie in a-Ssunan al-Kubraa, v. 5, p. 47 met een authentieke overleveringsketen, en die meer woorden bevat dan hier vermeld is.
Deze tekst spreekt de versie van aboe Daawoed tegen, waarin sprake is van het insmeren met geparfumeerde Suk, wat één van de oorzaken is die het verzwakt.
Ibn Radjab al-Hanbalie Moge Allaah barmhartig met hem zijn heeft in Sharh 3ilal a-Ttirmidhie (p. 409) gezegd:

“Definitie: de hadieth van een overleveraar wordt zwak verklaard als hij iets overlevert wat in strijd is met zijn mening.” Vervolgens vermeldde hij enkele voorbeelden.

Dit is een bekende werkwijze bij de geleerden die gespecialiseerd zijn in de kritiek op overleveraars en het aanvaarden ervan (a-Ddjarh wa a-Tta3diel) en ook bij de geleerden die gespecialiseerd zijn in de overlevering van de hadieth, om een tekst als zwak te beschouwen als hij tegengesproken wordt.3

Ten vijfde: Als we veronderstellen dat de twee versies van aboe Daawoed authentiek zijn, moeten we in elk geval de algemeenheid verduidelijken aan de hand van het specifieke geval, om de twee met elkaar te verzoenen. Dan zouden we zeggen: ze smeerden thuis hun voorhoofd in met geparfumeerde Suk voor ze in gewijde staat waren, en toen ze naar buiten wilden gaan, verrichtten zij de grote wassing en maakten ze zich klaar voor de gewijde staat zonder zich te parfumeren.

Ten zesde: A-Nnasaa’ie overlevert in zijn Sunan, v. 5, p. 137 volgens al-Awzaa‘ie volgens a-Zzuhrie volgens 3urwah volgens 3aa’ishah dat zij gezegd heeft: “Ik heb de Boodschapper van Allaah geparfumeerd na de wijding en ik heb hem geparfumeerd voor de wijding, met een parfum dat niet lijkt op jullie parfums.”

Ze wilde daarmee zeggen dat de geur niet lang bleef.

De overleveringsketen van deze hadieth is authentiek. Het kan dus zijn dat die Suk waarmee ze hun voorhoofd parfumeerden – als dit authentiek is – voldoet aan dat criterium en in dat geval niet verboden is.

Rekening houdende met alles wat we net gezien hebben, blijkt duidelijk dat het verkeerd is om deze tekst enkel toe te passen op de gewijde staat en niet op andere situaties. In werkelijkheid is het voor de vrouw eenvoudigweg niet toegestaan om geparfumeerd naar buiten te gaan, of ze nu in gewijde staat is of niet. Sterker nog, in gewijde staat is dit verbod nog sterker, zoals we gezien hebben. En Allaah weet het beter.


  1. Een soort geurende tabletten, bewerkt met een mengsel van water en olie van viooltjes en muskus (N.V.D.V.) []
  2. Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie, imaam aboe Daawoed, imaam a-Ttirmidhie en imaam a-Nnasaa’ie. []
  3. Voor meer inlichtingen over deze werkwijze: Mahmoed a-Ttahhan, Précis des sciences du Hadieth, p. 130, 150-152, Ed. AL QALAM, 1994 (N.V.D.V.) []

Categorieën