Het Gebed

De Basis | 0 comments

Het gebed is de meest geweldige praktiserende verplichting die Allaah Geprezen en Verheven zij Hij Zijn dienaren heeft verplicht.

De Profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem heeft gezegd: “De grens tussen het geloof en het ongeloof is het verlaten van het gebed.”

Tevens zijn de moslims verplicht hun kinderen het gebed te leren.

De Profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem heeft gezegd: “Leert jullie kinderen de Salaah als zij de leeftijd van zeven bereiken, en slaat hen ervoor als zij de leeftijd van tien bereiken… “.

Het verplichte gebed heeft een bekende vorm, bekende woorden en bekende tijden.

Allaah Geprezen en Verheven zij Hij heeft gezegd:

“Voorwaar, de Salaah is de gelovigen op vaste tijden voorgeschreven.”
(Vers: 4/103)

Dat wil zeggen dat het een verplichting is die Allaah Geprezen en Verheven zij Hij Zijn gelovige dienaren op bekende en vastgestelde tijdstippen heeft voorgeschreven. De moslim mag door onachtzaamheid de Salaah niet nalaten totdat haar tijd is verstreken en het tijdstip van het volgende gebed ingaat.

Onze Heer Geprezen en Verheven zij Hij heeft ons via Zijn boodschapper Allaah’s gebeden en vrede zij met hem de tijden van de gebeden –al-Fadjr tot en met al-Çishaa’- aangegeven.

En wij kunnen de tijden weten als we de mu’adhin1
 het volgende horen roepen:

2 keer“اللهُ أَكْبَرُ، اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbaru-llaahu akbar”
“Allaah is de grootste, Allaah is de grootste”
2 keer“أَشْهَدُ أَنْ لاَ إِلَهَ إِلاَّ الله”
“Ash-hadu allaa ilaha illa-llaah”
“Ik getuig dat er geen god is behalve Allaah”
2 keer“أَشْهَدُ أَنَّ مُحَمَّداً رَسُولُ الله”
“Ash-hadu anna Muhammadan rasoelu-llaah”
“Ik getuig dat Muhammed de Boodschapper van Allaah is”
2 keer“حَيَّ عَلَى الصَّلاَة”
“Hayya çala-SSalaah”
“Komt tot de Salaah”
2 keer“حَيَّ عَلَى الفَلاَح”
“Hayya çala-lfalaah”
“Komt tot de voorspoed”
1 keer“اللهُ أَكْبَرُ، اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbaru-llaahu akbar”
“Allaah is de grootste, Allaah is de grootste”
1 keer“لاَ إِلَهَ إِلاَّ الله”
“Laa ilaaha illa-llaah”
“Er is geen god behalve Allaah

Dus als wij de Adhaan2 horen, betekent het dat het gebedstijd is.

Wat betreft de vorm en de bewegingen die in het gebed verricht moeten worden, zijn wij verplicht ze uit de overleveringen van de Profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem te halen.

De profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem heeft gezegd:“Bidt zoals jullie mij hebben zien bidden…”.

Dus moet de Salaah van de dienaar die moslim is en zijn Heer Geprezen en Verheven zij Hij gehoorzaamt, precies overeenkomen met de Salaah van de Boodschapper van Allaah Allaah’s gebeden en vrede zij met hem, zodat zijn Verhevene Heer met hem behaagd is en hem voor zijn daad een goede en grote beloning schenkt.

Allaah Geprezen en Verheven zij Hij heeft ons in een aantal verzen die in de heilige Qur’aan staan, het voordeel van het gebed en het onderhouden daarvan duidelijk gemaakt. Ook heeft hij de zonde van het verlaten of veronachtzamen van het gebed duidelijk gemaakt.

Allaah Verheven zij Hij heeft gezegd:

“En degenen die waken over hun Salaah. Zij zijn degenen die in de Tuinen (het paradijs) geëerd zullen worden.”
(Vers: 70/34+35)

En Hij heeft gezegd:

“en onderhoud de Salaah. Voorwaar, de Salaah weerhoudt van de gruweldaad en het verwerpelijke.”
(vers: 29/45)

En Hij heeft gezegd:

“Waarlijk, de gelovigen slagen, degenen die nederig zijn in hun Salaah.”
(vers: 23/1+2)

…en wij zullen pas verrichters van de Salaah zijn als wij ons aan haar wetten en voorwaarden en tijden en gedragsregels houden.


De voorwaarden voor de acceptatie van de Salaah zijn:

1. Al-Wudoe’ (de wassing):

De Wudoe’ hebben wij in het vorige hoofdstuk uitgelegd. Dus wie de Salaah wil verrichten, moet de Wudoe’ verrichten indien men geen Wudoe’ heeft.

2. De reinheid van het lichaam, de kleding en de plaats:

Degene die het gebed verricht, moet zijn lichaam op reinheid controleren, en zeker weten dat er geen onreinheid aan hangt. Ook moet hij zijn kleding en de plaats waar hij staat om zijn gebed te verrichten op reinheid controleren.

3. Je richten naar de kant van de Qiblah3
 (al-Kaçbah4 ):

Allaah Geprezen en Verheven zij Hij heeft gezegd:

“Waarlijk, Wij hebben gezien hoe jouw gezicht zich voortdurend tot de hemel wendde, daarom wenden Wij jou (nu) naar een Qiblah die jou welgevallig is. Wend jouw gezicht in de richting van Masdjid Al-Haraam (de Gewijde Moskee te Mekkah). En waar jullie je ook bevinden (en de Salaah gaan verrichten), wendt jullie gezichten in de richting ervan.”
(vers: 2/144)

De richting van de Qiblah is in het algemeen bekend.

4. De nadering van de gebedstijd:

De Salaah wordt niet geaccepteerd als het vóór de nadering van haar tijd verricht wordt, zoals het ook niet wordt geaccepteerd als het na haar tijd verricht wordt.

Allaah Verheven zij Hij zegt:

“Wee de verrichters van de Salaah, degenen die onachtzaam zijn met hun Salaah.”
(vers: 107/4+5)

Hiermee wordt bedoeld dat zij nalatig zijn en het gebed zonder reden uitstellen tot buiten haar wettelijke tijd.

5. Het bedekken van de Çawrah5
:

De moslim mag het gebed niet verrichten als zijn Çawrah zichtbaar is.

Als één van deze voorwaarden met opzet niet nagekomen wordt, wordt de Salaah niet geaccepteerd. Maar als één van deze voorwaarden door vergeetachtigheid, onwetendheid of per abuis niet nagekomen wordt, wordt het daardoor vergeven. Als men dan onwetend is moet men kennis vergaren, en als men een fout begaat moet men zijn fout corrigeren.


Indien de moslim aan al deze voorwaarden heeft voldaan, en zich klaargemaakt heeft voor de Salaah, moet hij het als volgt verrichten:

De manier van het gebed:

1 . Men wekt de intentie in zijn hart op zonder het uit te spreken. In de intentie stelt men het soort Salaah en de hoeveelheid Rakaçaat vast.

2 . Vervolgens heft hij zijn beide handen op tot zijn oren en zegt:

 “اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbar”
“Allaah is de grootste”

3 . Vervolgens legt hij zijn rechterhand op zijn linkerhand op zijn borstkast, en begint hij zijn gebed met een smeekbede waarin hij Allaah lofprijst en hoogprijst, en zegt:

 “سُبْحَانَكَ اللهُمَّ وَبِحَمْدِكَ، وَتَبَارَكَ اسمُكَ، وَتَعَالَى جَدُّكَ، وَلاَ إِلَهَ غَيرُكَ”
“Subhaanaka-llaahumma wa bihamdika wa tabaaraka-smuka wataçaalaa djadduka wa laa ilaaha ghayruka”
“O Allaah, U bent vrij van alle onvolkomenheden, en alle lofprijzing is aan U, Uw naam is gezegend, en Uw majesteit is verheven, en er is geen god behalve U”

4 . Vervolgens zegt hij:

 “أَعُوذُ بِاللهِ مِنَ الشَّيطَانِ الرَّجِيْمِ”
“Açoedhu billaahi mina-shaytaani-rradjiem”
“Ik zoek mijn toevlucht bij Allaah tegen de slechte en de verworpene shaytaan”

Daarna leest hij Soerat Al-Faatiha6
, en met haar andere verzen; bijvoorbeeld één van de kleine Soera’s.

 Soerat Al- Faatiha:”                                                                                                                                               بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَنِ الرَّحِيمِ الْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ الرَّحْمَنِ الرَّحِيمِ مَالِكِ يَوْمِ الدِّينِ إِيَّاكَ نَعْبُدُ وَإِيَّاكَ نَسْتَعِينُ اهْدِنَا الصِّرَاطَ الْمُسْتَقِيمَ صِرَاطَ الَّذِينَ أَنْعَمْتَ عَلَيْهِمْ غَيْرِ الْمَغْضُوبِ عَلَيْهِمْ وَلا الضَّالِّينَ ” 1. Bismillaahi-Rrahmaani-Rrahiem (In de naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Erbarmer) 2. Alhamdu lillaahi rabbi-l‘aalamien (Alle lof zij Allaah, de Heer der werelden) 3. Arrahmaani-rrahiem (De Meest Barmhartige, de Erbarmer) 4. Maaliki yawmid dien (De bezitter van de Dag des Oordeels) 5. iyyaaka na’budu wa iyyaaka nasta’ien (U alleen aanbidden wij, en U alleen vragen wij om hulp) 6. ihdinas-siraata-lmustaqiem” Klik hier voor de recitatie van Soerat Al-Faatiha.

5 . Als hij daarmee klaar is, heft hij zijn beide handen op tot zijn oren, en zegt:

 “اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbar”
“Allaah is de grootste”

Vervolgens buigt hij en legt hij zijn handen op zijn knieën, en zegt:

3 keer“سُبْحَانَ رَبِّيَ العَظِيْمِ”
“Subhaana rabbiya-l-Çadhiem”
“Heilig is mijn Heer de Geweldige”

6 . Vervolgens heft hij rechtop staand zijn beide handen op, totdat hij geheel rechtop staat, en zegt:

 “سَمِعَ اللهُ لِمَنْ حَمِدَه، رَبَّنَا وَلَكَ الحَمْد”
“Samiça-llaahu liman hamidah, rabbanaa wa laka-lhamd”
“Allaah hoort degene die Hem looft, en alle lofprijzing zij U onze Heer”

7 . Vervolgens zegt hij:

 “اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbar”
“Allaah is de grootste”

En terwijl hij dat zegt, daalt hij neer voor de Sudjoed7
 en komt met zijn handen vóór zijn knieën op de grond. Als hij bij de grond is, zet hij zijn voorhoofd, zijn neus, zijn knieën, zijn handen en zijn tenen op de grond, en zegt:

3 keer“سُبْحَانَ رَبِّيَ الأَعْلَى”
“Subhaana rabbiya-l-‘Açlaa”
“Heilig is mijn Heer de Verhevene”

8 . Vervolgens heft hij zijn hoofd op van de eerste Sadjdah8
, en zegt:

 “اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbar”
“Allaah is de grootste”

En terwijl hij dat doet, zet hij zijn handen op de rand van zijn bovenbeen en knie, en zegt:

 “رَبِّ اغفِر لِي، وَارحَمْنِي، واهدِنِي، وَعَافِني، وَارزُقْنِي”
“Rabbi-ghfirlie wa rhamnie wa-hdinie wa çaafinie wa-rzuqnie”
“O mijn Heer, vergeef mij, en heb erbarmen met mij, en leid mij op het rechte pad, en laat mij in gezondheid verkeren en gun mij onderhoud”.

9 . Indien hij zijn eerste Sadjdah zoals eerder vermeld is, beëindigd heeft; verricht hij de tweede Sadjdah precies hetzelfde als de eerste.

10 Vervolgens, als hij klaar is met zijn tweede Sadjdah, heft hij zijn hoofd op en gaat heel kort op zijn uitgespreide linkervoet zitten, en buigt hij de tenen van zijn rechtervoet naar voren.

11Indien de moslim de zonet genoemde handelingen uitgevoerd heeft, heeft hij de Rakçah voltooid met haar drie pilaren, namelijk:

  1. het staan
  2. de Rukoeç (de buiging)
  3. de Sudjoed (de neerknieling)

12 Vervolgens herhaalt hij in de tweede Rakçah wat hij in de eerste Rakçah gedaan heeft. Als hij daarmee klaar is, gaat hij zitten en legt hij zijn handen op zijn knieën en knijpt hij de vingers van zijn rechterhand samen, en heft hij de wijsvinger bewegend, en zegt:

 “التَّحِيَّاتُ لِلَّهِ وَالصَلَواتُ وَالطَّيِّبَاتُ، السَّلامُ عَلَى النَّبِيِّ وَرَحمَةُ اللهِ وَبَرَكَاتُهُ، السَّلامُ عَلَينَا وَعَلَى عِبَادِ اللهِ الصَّالِحِيْنَ أَشْهَدُ أَنْ لاَ إِلَهَ إِلاَّ اللهُ وَأَشْهَدُ أَنَّ مُحَمَّداً عَبْدُهُ وَرَسُولُهُ، اللَّهُمَّ صَلِّ عَلَى مُحَمَّدٍ وَعَلَى آلِ مُحَمَّدٍ، كَمَا صَلَّيْتَ عَلَى إِبْرَاهِيْمَ وَعَلَى آلِ إِبْرَاهِيْمَ، وَبَارِكْ عَلَى مُحَمَّدٍ وَعَلَى آلِ مُحَمَّدٍ، كَمَا بَارَكْتَ عَلَى إِبْرَاهِيْمَ وَعَلَى آلِ إَبْرَاهِيْمَ، إِنَّكَ حَمِيْدٌ مَجِيْدٌ”
“Attahiyyaatu lillaahi wa-ssalawaatu wa-ttayyibaat, assalaamu çala-nnabiyyi warahmatu-llaahi wa barakaatuh, assalaamu çalaynaa wa çalaa çibaadi-llaahi-ssaalihien, ash-hadu allaa-ilaaha illa-llaah, wa ash-hadu anna muhammadan çabduhoe warasoeluh, Allaahumma sallie çalaa muhammadin wa çalaa aali muhammadin, kamaa sallayta çalaa Ibraahiema wa çalaa aali Ibraahiem, wa baarik çalaa muhammadin wa çalaa aali muhammadin, kamaa baarakta çalaa Ibraahiema wa çalaa aali ibraahiema, innaka hamiedun madjied”
“Alle begroetingen, goede zaken en gebeden zijn voor Allaah, vrede en genade van Allaah en Zijn zegeningen zij met de Profeet. Vrede zij met ons en met de rechtschapen dienaren van Allaah. Ik getuig dat er geen god is behalve Allaah, en getuig dat Muhammed Zijn dienaar en Boodschapper is. O Allaah, geef Uw gebeden aan Muhammed en de familie van Muhammed, zoals U Uw gebeden aan Ibraahiem en de familie van Ibraahiem heeft gegeven, en zegen Muhammed en de familie van Muhammed, zoals U Ibraahiem en de familie van Ibraahiem heeft gezegend, Voorzeker, U bent Prijzenswaardig, Glorierijk”9
.

13Vervolgens vraagt hij Allaah Geprezen en Verheven zij Hij wat hij verlangt van al het goede dat zich in het wereldse en het hiernamaals bevindt. Hij begint met de smeekbede waarin hij Allaah om bescherming vraagt voor de vier zaken waar de Profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem ook bescherming voor gevraagd heeft, namelijk:

 “اللَّهُمَّ إِنِّي أَعُوذُ بِكَ مِنْ عَذَابِ جَهَنَّمَ، وَمِنْ عَذَابِ القَبرِ، وَمِنْ فِتْنَةِ المَحْيَا وَالمَمَاتِ، وَمِنْ شَرِّ فِتْنَةِ المسِيحِ الدَّجَّالِ”
“Allaahumma innie açoedhu bika min çadhaabi djahannam, wa min çadhaabi-l-qabr, wa min fitnati-l-mahyaa wa-l-mamaat, wa min sharri fitnati-l-masiehi-ddadjaal”
“O Allaah, waarlijk zoek ik mijn toevlucht bij U tegen de straf van het hellevuur, en tegen de straf van het graf, en van de beproeving van het leven en het sterven, en tegen het kwaad van de beproeving van de Masieh al-Dadjaal10
”.

14 Vervolgens draait hij zijn gezicht naar rechts en zegt:

 “السَّلاَمُ عَلَيْكُمْ وَرَحْمَةُ اللهِ”
“Assalaamu çalaykum warahmatu-llaah”
“Vrede en de barmhartigheid van Allaah zij met u”11
.

Daarna draait hij zijn gezicht naar links, en zegt hetzelfde.

15 Hiermee voltooit hij zijn gebed als het uit twee Rakaçaat bestaat.

16 Maar indien zijn gebed uit drie of vier Rakaçaat bestaat, staat hij op12
 nadat hij in de tweede Rakçah de Tashahhud smeekbede heeft verricht. Terwijl hij opstaat heft hij zijn handen op en zegt hij:

 “اللهُ أَكْبَر”
“Allaahu akbar”
“Allaah is de grootste” 

Vervolgens herhaalt hij op dezelfde manier de rest van de Rakaçaat met hun staan, Rukoeç (de buiging) en Sudjoed (de neerknieling).

17 Wanneer hij de derde of de vierde Rakçah voltooid heeft13
, gaat hij zitten en herhaalt hij hetgeen wat hij aan het einde van de tweede Rakçah heeft verricht. Vervolgens verricht hij de Tasliem (vredesgroet).


Enkele gedragsregels van het gebed zijn:

1. dat degene die het gebed verricht naar de grond kijkt waar de plaats van zijn Sudjoed is. Tevens mag men dan niet naar boven kijken;

2. dat men niet veel bewegingen maakt in het gebed14
;

3. dat men het gezamenlijke gebed in de moskee onderhoudt. Het verrichten van het gezamenlijke gebed wordt namelijk zevenentwintig keer meer beloond dan wanneer men alleen bidt;

4. dat men de gedenkingen en de smeekbedes van na het gebed onderhoudt, zoals drie keer de vergiffenis van Allaah vragen, en zoals:

 “اللَّهُمَّ أَنْتَ السَّلاَمُ، وَمِنْكَ السَّلاَمُ، تَبَارَكْتَ يَا ذَا الجَلاَلِ وَالإِكْرَامِ”
“Allaahumma anta-SSalaamu, waminka-ssalaam, tabaarakta yaadha-l-djalaali wa-l-‘ikraam”
“O Allaah, U bent a-Ssalaam (de Vrede), en van U komt de vrede, gezegend bent U, O Bezitter van het majesteitelijke en de nobelheid”

5. Als men in zijn gebed door een imaam wordt geleid, mag hij geen enkele daad in zijn gebed verrichten, behalve als de imaam datgene vóór hem verricht heeft. Tevens mag men dan niet met de imaam racen (voorgaan).

6. Als je in jou gebed een vergissing hebt begaan, bijvoorbeeld: je hebt een daad extra of minder verricht, of je twijfelt; moet je het minste (wat je je herinnert) als basis nemen, en vervolgens hetgeen afmaken wat er van je gevraagd wordt.

Bijvoorbeeld: als je twijfelt of je drie of vier (Rakaçaat) hebt gebeden, neem je de drie (Rakaçaat) als basis, en verricht je vervolgens de vierde (Rakçah). En na het voltooien van de laatste tashahhud smeekbede, verricht je twee Sudjoed voordat je de Tasliem (vredesgroet) verricht. [Dit wordt genoemd: “Sudjoed a-Ssahow”, “neerknieling des vergis-sing”].

Je moet de aantallen van de verplichte en de aanbevolen gebeden weten, zodat je alle verplichte en aanbevolen gebeden kan onderhouden:

De gebedenAanbevolen gebed vóór *Verplichte gebed *Aanbevolen gebed na *
a-Ssubh22
a-DHur242
Al-Çasr4
Al-Maghrib32
Al-Çishaa’42 + 3 Witr15

* In deze tabel worden het aantal Rakaçaat van elk gebed aangegeven.

Er is geen verschil tussen deze gebeden -verplichte, aanbevolen en de Witr- behalve in de intentie.

De plek van de intentie is het hart zoals eerder vermeld is.

Dit zijn de globale wetgevingen van de Salaah. Hier dient een moslimdienaar zich aan te houden, en hij moet er voor zorgen dat hij ze verricht en de anderen er toe oproept.

Als men dit doet, is men een rechtschapen dienaar en zal Allaah Geprezen en Verheven zij Hij hem belonen met het paradijs, en hem van het hellevuur verwijderen.


  1. “Mu’adhin” is degene die tot het gebed oproept zodra het gebedstijd is. []
  2. “Adhaan” is oproep tot het gebed. Het is voor degene die het hoort, aanbevolen om het in zichzelf te herhalen. []
  3. “Qiblah” is de richting die men aanneemt tijdens het verrichten van het gebed. []
  4.  “al-Kaçbah” is het eerst gebouwde huis van Allaah gevestigd te Mekkah, waar Allaah aanbeden wordt. Tevens is het de richting waar de moslim zich naartoe moet wenden tijdens het gebed. []
  5. “Çawrah” is hetgeen wat van het lichaam van de man en of de vrouw bedekt moet zijn. De Çawrah van de man is vanaf zijn navel tot zijn knieën, en die van de vrouw is tijdens het gebed haar gehele lichaam behalve haar gezicht en haar handen. []
  6. “Soerat Al-Faatiha” is de eerste Soerah in de Qur’aan.”Al-Faatiha” betekent de Opener. []
  7. “Sudjoed” betekent: neerknieling. []
  8. “Sadjdah” betekent: neerknieling. []
  9. De benamingen van deze smeekbede zijn: “duçaa’ Al-Tashahhud”, “de smeekbede der getuigenis” en “Al-Salaat Al-Ibraahiemiyyah”, “de gebeden der Ibraahiem”. []
  10. “Masieh al-Dadjaal” is de bedrieglijke (valse) masieh. Dit wezen zal als de dag der opstanding nabij is vrij komen en de moslims achtervolgen, terroriseren en martelen. Dit wezen zal door Çiesaa Allaah’s gebeden en vrede zij met hem gedood worden. []
  11. Dit wordt “al-Tasliem” (de vredesgroet) genoemd. []
  12. Voordat hij de Tasliem verricht (het draaien van het gezicht naar rechts en links). []
  13. De hoeveelheid Rakaçaat hangt af van het soort gebed dat men aan het verrichten is. Zie ook paragraaf 8 van dit hoofdstuk. []
  14. Bewegingen die niet bij het gebed horen. []
  15. “Witr” is een aanbevolen gebed dat als laatste gebed in de nacht gebeden hoort te worden; haar aantal Rakaçaat is oneven. []

Zoeken

Volg ons op Twitter

Categorieën