Het derde vraagstuk
Ten eerste: de termen al-Makkie en al-Madanie
Weet dat er verschil bestaat met betrekking tot de betekenissen van al-Makkie en al-Madanie. Sommige van deze uitspraken zijn:
1. Al-Makkie is hetgeen wat neergezonden is in Mekkah en haar omgeving, zoals 3arafah en Minaa. En al-Madanie is hetgeen wat neergezonden is in al-Medienah en haar omgeving, zoals Badr en Yanbu3. Deze opvatting is gebaseerd op de plek van de neerzending.
2. Al-Makkie is hetgeen wat neergezonden is voor al-Hidjrah, al is zijn neerzending op een andere plek dan Mekkah. En al-Madanie is hetgeen wat neergezonden is na al-Hijdrah, al is zijn neerzending in al-Makkah. Deze opvatting is gebaseerd op de tijd van de neerzending.
3. Al-Makkie is hetgeen waarmee de inwoners van Mekkah werden toegesproken. En al-Madanie hetgeen waarmee de inwoners van Medienah werden toegesproken. Deze opvatting is gebaseerd op degenen die toegesproken worden.
De juiste mening is: al-Makkie is hetgeen dat voor al-Hidjrah werd neergezonden, al is het op een andere plek dan Mekkah neergezonden. En al-Madanie is hetgeen wat neergezonden is na al-Hidjrah, al is het in Mekkah neergezonden.
Ten tweede: de baten van het kennen van al-Makkie en al-Madanie
De geleerden hebben een aantal baten daarvan genoemd, waaronder:
1. Het is een hulpmiddel om al-Qur’aan beter uit te leggen, waarbij men kennis neemt van de situatie van degenen die toegesproken worden, en de beoging van de verschillende toespraken, al naar gelang de maatschappelijke situatie en het standpunt van de oproepers erover;
2. Het kennen van a-nnaasikh en al-mansoekh, door verschil te maken tussen hetgeen wat aan het begin in Mekkah is neergezonden, en wat daarna in al-Medienah is neergezonden;
3. Het kennen van de geschiedenis van de Islamitische wetgeving, door het nagaan van de neerzending van de oordelen tussen de Mekkaanse fase en de Medinische fase;
4. Het onttrekken van lessen betreffende begrip van de da3wah, door de eigenschappen van de wetgeving van de Mekkaanse tijd en Medinische tijd te vergelijken, en door de situatie van de groep van de moslims en de ontwikkeling ervan in beide tijden te vergelijken. Hierdoor kunnen de maatschappelijke missies en beproevingen een juiste context krijgen, waarbij beide situaties niet door elkaar gehaald worden.
Zodoende was de groep van de moslims in Mekkah een zwakke groep die zich nog ontwikkelde, en waarvan de Iemaan nog in het hart van diegenen zich moest verankeren, in tegenstelling tot de groep in de Medinische tijd die onder een machtige Islamitische staat viel.
Ten derde: de manieren van het kennen van al-Makkie en al-Madanie
1. Het wordt gekend middels overleveringen van degenen onder de sahaabah die de neerzending hebben bijgewoond. 3abdu-llaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “Bij degene naast Wie geen god is, er is geen Soerah van het Boek van Allaah neergezonden, of ik weet waar het neergezonden is. En er is geen Aayah van het Boek van Allaah neergezonden, of ik weet wegens wie het neergezonden is. En als ik weet dat iemand méér kennis dan mij heeft betreffende het Boek van Allaah, en die middels de kamelen bereikt kan worden, dan zal ik naar hem rijden.”1
Ook heeft 3aa’ishah radiya-llaahu 3anhaa gezegd: “Soerah al-Baqarah en Soerah a-Nnisaa’ zijn pas neergezonden toen ik bij hem was.” Zij radiya-llaahu 3anhaa bedoelt in Madienah.
2. Het wordt gekend middels het verschil maken tussen de specificaties van al-Makkie en al-Madanie. Echter is deze manier niet zeer secuur, en hoort men het slechts onder voorbehoud te gebruiken, omdat het een gissing is waarbij men het juist of onjuist kan hebben.
Ten vierde: de specificaties van de Mekkaanse en de Medinische Qur’aan
1. Elke Soerah waarin zich een Aayah bevindt die begint met “Yaa a-yyuha-nnaas” (o jullie mensen) of “Kallaa” (welnee), of die begint met de losse letters, of waarin zich het verhaal van Aadam 3alayhi-ssalaam en Iblies bevindt is Mekkaans, behalve Soerah al-Baqarah, Soerah Aali 3imraan, Soerah a-Rra3d en Soerah a-Nnisaa’.
2. Elke Soerah waarin de hypocrieten met hun eigenschappen worden genoemd, is een Medinische Soerah.
3. Elke Soerah waarin de meerderheid van de verzen ervan al-halaal en al-haraam bevat, en gedragscodes en erfrechten bevat, is een Medinische Soerah.
4. De Aayaat waarin met de Lieden van de Schrift wordt geredetwist, zijn Medinische Aayaat.
5. De Aayaat waarin de wereldse bestraffingen worden beschreven, zijn Medinische Aayaat.
6. En de Aayaat waarin de djihaad en zijn oordelen worden genoemd, zijn Medinische Aayaat.
Het kennen van al-Makkie en al-Madanie vergt secure kennis betreffende de tijd van neerzending. Dit zijn slechts richtlijnen, waarbij ook uitzonderingen zijn.
- Sahieh, deze athar is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie. [↩]