Hadieth 96
وَعَنْ سُرَاقَةَ بْنِ مَالِكٍ رضي الله عنه قَالَ: «عَلَّمْنَا رَسُولُ اَللَّهِ صلى الله عليه وسلم فِي اَلْخَلاءِ: ” أَنَّ نَقْعُدَ عَلَى اَلْيُسْرَى، وَنَنْصِبَ اَلْيُمْنَى”». رَوَاهُ اَلْبَيْهَقِيُّ بِسَنَدٍ ضَعِيف.
Suraaqah ibn Maalik radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam leerde ons om in het toilet: op ons linker(been) te zitten en de rechter(knie) omhoog te houden.”[1]
Bewijsstukken:
– 3aa’ishah radiya-llaahu 3anhaa heeft verhaald, zij zei: “Al wie jullie vertelt dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam staand urineerde, voorwaar, gelooft hem niet. Hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam urineerde slechts zittend.”[2]
– Hudhayfah ibn al-Yamaan radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam kwam bij een vuilnisbelt van een stam uit. Ik draaide me om. [Hij wees naar me] en liet me naar hem komen, totdat ik bij zijn voeten stond. Hij urineerde staand, en vroeg vervolgens om water. Vervolgens verrichtte hij de wudoe’ en veegde hij over zijn sokken.”[3] En in een uitspraak bij imaam a-Ttabaraanie: “O Hudhayfah, bedek mij.”[4]
Oordelen:
De geleerden hebben de hadieth van 3aa’ishah en die van Hudhayfah met elkaar verzoend en zijn tot de volgende oordelen gekomen:
– Het is voor de man mandoeb om zittend te urineren.
– Het is voor de man makroeh om staand te urineren.
– Het is toegestaan om iemand als bedekking te laten staan, wanneer men anders door de langslopende mensen gezien wordt. Zo heeft de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam dit ook gedaan.
Dit ondersteunt de definitie dat men in elke situatie het slechte met het minder slechte moet weren, en het betere boven het goede moet kiezen.
[1] Da3ief, deze hadieth is overgeleverd door imaam al-Bayhaqie met een zwakke keten en is da3ief verklaard door imaam al-Albaanie.
[2] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Ttirmidhie, imaam ibn Maadjah, imaam Ahmad en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.
[3] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door de imaams al-Bukhaarie, Muslim, aboe Daawoed, a-Ttirmidhie, a-Nnasaa’ie, ibn Maadjah, a-Ttabaraanie, Ahmad, en is sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim. Deze uitspraak is van imaam Ahmad.
[4] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Ttabaraanie en sahieh verklaard door imaam ibn Hadjar al-3asqalaanie.