Hadieth 91
وَعَنْهَا; «أَنَّ اَلنَّبِيَّ صلى الله عليه وسلم كَانَ إِذَا خَرَجَ مِنْ اَلْغَائِطِ قَالَ: “غُفْرَانَكَ”». أَخْرَجَهُ اَلْخَمْسَةُ. وَصَحَّحَهُ أَبُو حَاتِمٍ، وَالْحَاكِم.
3aa’ishah radiya-llaahu 3anhaa heeft verhaald: “Wanneer de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam uit het toilet trad, zei hij: “Ghufraanak”, (ik vraag) Uw vergeving.”[1]
Oordelen:
– Deze hadieth bewijst dat het mandoeb is om de smeekbede die in deze hadieth genoemd is, bij het verlaten van het toilet te verrichten.
– Sommige geleerden zeggen dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam om vergiffenis vraagt omdat hij gedurende het toiletbezoek Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa niet kon gedenken, en hij dat als tekortkoming beschouwt.
– Alle andere smeekbedes die overgeleverd zijn betreffende het uittreden van het toilet zijn da3ief verklaard.
[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam Ahmad, imaam aboe Daawoed, imaam a-Ttirmidhie, imaam ibn Maadjah, en imaam al-Haakim en is sahieh verklaard door imaam aboe Haatim en imaam al-Albaanie.