Hadieth 39
وَعَنْهُ، «أَنَّهُ رَأَى اَلنَّبِيَّ صلى الله عليه وسلم يَأْخُذُ لأذُنَيْهِ مَاءً خِلافَ اَلْمَاءِ اَلَّذِي أَخَذَ لِرَأْسِهِ». أَخْرَجَهُ اَلْبَيْهَقِيّ. وَهُوَ عِنْدَ “مُسْلِمٍ” مِنْ هَذَا اَلْوَجْهِ بِلَفْظٍ: وَمَسَحَ بِرَأْسِهِ بِمَاءٍ غَيْرَ فَضْلِ يَدَيْهِ، وَهُوَ اَلْمَحْفُوظ.
3abdu-llaah ibn Zayd heeft ook verhaald: “Dat hij heeft gezien dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam voor zijn oren ander water nam dan hetgeen hij voor zijn hoofd nam.”[1] En in een uitspraak bij imaam Muslim: “En hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam veegde over zijn hoofd met ander water dan het overblijfsel aan zijn handen.”
Oordelen:
– Deze hadieth bewijst dat het toegestaan is om nieuw water te nemen om de oren te wassen. De hadieth die eerder is geweest, bewijst dat het ook toegestaan is om met het overblijfsel van water waarmee over het hoofd is gewreven, de oren te vegen. De metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam hebben beide handelingen verricht.[2]
[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam al-Bayhaqie en imaam Muslim en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.
[2] Zie ook hadieth 33.