Komaf
Zijn kunya is Ibn Umm 3abd (zoon van de moeder van een slaaf), terwijl zijn echte naam 3abdullaah is en de naam van zijn vader is Mas3oed, oftewel 3abdullaah ibn Mas3oed.
Zijn jeugd en kennismaking met de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam
Als kind hoedde 3abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu ver buiten Mekkah de kuddedieren van één van de leiders van Quraysh, 3uqbah ibn Muayt. Hoewel de jonge 3abdullah had gehoord dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam in Mekkah was verschenen, had hij vanwege zijn jonge leeftijd en zijn afstand van de Mekkaanse samenleving hier niet zo veel aandacht voor. Totdat op een dag, terwijl hij de kuddes hoedde, twee mannen hem naderden. De mannen waren duidelijk vermoeid en dorstig en vroegen de jongen om één van de schapen te melken, zodat ze hun dorst konden lessen. Omdat 3Abdullaah niet de eigenaar van de schapen was, maar slechts hun hoeder antwoordde hij ”Dat kan ik niet”. De mannen gingen niet tegen hem in en waren tevreden met hem vanwege zijn oprechtheid. Deze mannen waren namelijk niemand minder dan de Profeet Muhammad, al-Amien, salla-llaahu 3alayhi wa sallam, en de meest nobele onder de metgezellen Abu Bakr, a-Ssidieq, radiya-llaahu 3anhu, die op die dag naar de bergen van Mekkah waren gegaan om de gewelddadige Quraysh te ontvluchten. 3Abdullaah ibn Mas3oed wist niet met wie hij te maken had en wist niet dat hij op het punt stond om een wonder te aanschouwen, wat één van de vele wonderen was die getuigen van de Profeetschap van Muhammad salla-llaahu 3alayhi wa sallam. De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam vroeg 3Abdullaah ibn Mas3oed of hij een schaap had die nog nooit had gepaard. 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu zei: ”Ja” en vervolgens bracht hij het schaap naar de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam. Hierop wreef de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam over de uier van het schaap en bad naar Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa totdat de uier zich vulde met melk. Abu Bakr bracht een holle steen waarin het schaap werd gemolken. Daarna beval de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam de uier om weer te krimpen, waarna de uier met de Wil van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa terugkeerde naar zijn oorspronkelijke staat. 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu was gefascineerd door het aanroepen van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa door de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam en het wonder wat hij vervolgens aanschouwde. Op dat moment was hij zich er niet van bewust dat hij slechts een van de kleinere wonderen had aanschouwd en dat hij kort daarna wereldwonderen zou aanschouwen waarmee de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa sallam de wereld zou verlichten.
3Abdullaah ibn Mas3oed, de metgezel
Toen 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu kort daarna moslim werd, behoorde hij tot de allereerste gelovigen in Muhammad salla-llaahu 3alayhi wa sallam en in de boodschap waarmee hij was gezonden. Hij was de 6e persoon die de Islaam was binnen getreden. Hij bood zijn diensten aan de Boodschapper salla-llaahu 3alayhi wa sallam aan, die het van hem accepteerde. Vanaf dat moment verliet 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu het schapenhoeden en hij diende de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam zowel binnen- als buitenhuis en vergezelde hem op tochten.
3Abdullaah werd opgeleid door de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam dankzij de nauwe relatie die hij opbouwde met de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam en doordat hij constant onder zijn directe leiding stond. Hij maakte zich de verheven gedragingen en manieren van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam eigen. Hierdoor stond het bekend onder de mensen dat 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu qua karakter het meest leek op de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam. Ook was 3Abdullaah dankzij zijn opvoeding van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam het beste onder de metgezellen in het reciteren van de Qur’aan en het begrip ervan. Hierdoor bezat hij de meeste kennis van de shari3ah. 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu kreeg zo een brede kennis van de Qur’aan dat hij zei: ”Bij Hem naast Wie er geen god is, geen vers van het Boek van Allaah is gekomen zonder dat ik ervan weet evenals de omstandigheden waarin het werd geopenbaard. Bij Allaah, als ik wist dat er iemand nog meer over het Boek van Allaah weet, zal ik alles wat in mijn macht ligt doen om bij deze persoon te zijn.”
3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu overdreef niet en schepte zeer zeker niet op over zichzelf. Hiermee maakte hij duidelijk dat de mensen de kennis bij de sahaabah moeten vergaren, zodat de kennis continueert en wordt overgedragen aan de latere generaties.
Naast zijn geleerdheid was 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu ook een zeer dappere metgezel. Toen de metgezellen nog klein in aantal waren en bovendien zwak en onderdrukt, waren ze op zoek naar een persoon die de Qur’aan kon voordragen aan de Quraysh, omdat die namelijk tot op dat moment nog niet was voorgedragen aan hen. 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu bood zichzelf vrijwillig aan en zei ”Ik zal het voor hen reciteren”. De metgezellen vreesden voor hem, omdat hij geen eigen stam had, waardoor hij niet in bescherming kon worden genomen tegen de kwade bedoelingen van de Quraysh. 3Abdullaah ibn Mas3oed drong aan en zei, enkel vertrouwend op Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa, ”Allaah zal mij beschermen en mij weghouden bij hun kwade bedoelingen”. Hij vertrok en toen hij bij de Ka3bah aankwam, waar de Quraysh omheen zaten, stopte hij en begon hij te reciteren ”Bismillaahi Rrahmaani Rrahiem, a-Rrahmaan, 3allama-l-Qur’aan, Khalaqa-l-insaan. 3allamahu-l-bayaan……” (In de Naam van Allaah de Barmhartige de Genadevolle, de Meest Barmhartige, Hij onderwees de Qur’aan, Hij maakte de mens en leerde hem de duidelijke waarheid…)
3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu bleef reciteren, terwijl de Quraysh vol verbazing toekeken en niet wisten wat hen overkwam. Ze vroegen zich af was Ibn umm 3abd en realiseerden zich dat het hetgene was waarmee Muhammad salla-llaahu 3alayhi wa sallam was gekomen. Quraysh kon zich niet voorstellen dat degene door wie ze werden uitgedaagd hun voormalige schapenhoeder was. Ze gingen op hem af en sloegen hem in zijn gezicht, terwijl 3Abdullaah ibn Mas3oed doorging met reciteren, totdat hij hetgene had gereciteerd van deze surah wat Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa wilde dat hij zou reciteren. Toen hij terugkwam bij de metgezellen met een gewond gezicht en lichaam, zeiden ze tegen hem dat er was gebeurd met hem waar ze bang voor waren. Maar 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu antwoordde met overtuiging ”Bij Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa, de vijanden van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa voelen zich niet beter dan ik op dit moment. Als jullie wensen zal ik morgen nogmaals hetzelfde doen” Vanwege deze gebeurtenis wordt 3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu ‘de 1e recitator van de Qur’aan’ genoemd.
3Abdullaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu leefde tot de tijd van de khalifa Othmaan radiya-llaahu 3anhu. Toen hij ziek was en op zijn sterfbed lag, kwam Othmaan radiya-llaahu 3anhu hem opzoeken en zei:
”Wat is de kwaal waaraan jij lijdt?”
”Mijn zonden.”
”Waar verlang jij naar?”
”Naar de genade van mijn Heer.”
”Zal ik nu jouw verdiensten geven, wat je al die jaren hebt geweigerd?”
”Ik heb er geen behoefte aan.”
”Laat het dan voor je dochters na.”
”Vrees jij armoede voor mijn kinderen? Ik heb hen geleerd elke avond soerah al-Waqiah te lezen, want ik heb de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa sallam horen zeggen: ‘Wie soerah al-Waqiah elke avond leest, zal geen (extreme) armoede overkomen’.”