Antwoord: Het verlaten van luiheid en gemakzucht, en dat men zijn best doet zijn daden en zijn woorden te verwezenlijken. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft gezegd:
(يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لِمَ تَقُولُونَ مَا لا تَفْعَلُونَ (2) كَبُرَ مَقْتاً عِنْدَ اللَّهِ أَنْ تَقُولُوا مَا لا تَفْعَلُونَ(3)﴾ (الصف:2-3)
“-2- O jullie die geloven, waarom zeggen jullie wat jullie niet doen?-3- Groot is de woede bij Allaah dat jullie zeggen wat jullie niet doen.” (Aayah: 61/2-3).
Uitleg: Oprechte wil is het omzetten van intentie en of woorden in daden. En daarom heeft Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa degenen die hun wil niet omzetten in daden zwaar verweten en heeft Hij gezegd:
(يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لِمَ تَقُولُونَ مَا لا تَفْعَلُونَ (2) كَبُرَ مَقْتاً عِنْدَ اللَّهِ أَنْ تَقُولُوا مَا لا تَفْعَلُونَ(3)﴾ (الصف:2-3)
“-2- O jullie die geloven, waarom zeggen jullie wat jullie niet doen?-3- Groot is de woede bij Allaah dat jullie zeggen wat jullie niet doen.” (Aayah: 61/2-3).
Dit is een zwaar verwijt aan degenen die in de strijd van Uhud de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam niet hebben geholpen en hem achtergelaten hebben. Ook is het neergezonden voor degenen die zeiden: “Wij hebben gestreden”, terwijl ze dat niet hebben gedaan, en degenen die zeiden: “Wij hebben geduld gehad”, terwijl ze dat niet hadden.
De geleerden van salaf hebben dit vers genomen als bewijs dat men zijn afspraak hoe dan ook hoort na te komen. Tevens hebben ze ook als bewijs aangehaald, wat in de Sahiehayn1 is overgeleverd, dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: «“De hypocriet heeft drie kenmerken, namelijk: dat als hij belooft, hij zijn belofte verbreekt, als hij spreekt liegt en als hem iets toevertrouwd is, hij bedriegt.”»
Imaam Ahmad en aboe Daawoed hebben overgeleverd dat 3abdu-llaah ibn 3aamir ibn Rabie3ah radiya-llaahu 3anhu verhaald heeft: «“De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam kwam naar ons toe, toen ik nog een kind was. Toen ik naar buiten ging om te spelen zei mijn moeder tegen mij: “Kom, dan geef ik je wat!” De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei toen tegen haar: “Wat wilde je hem geven?” Zij zei: “Een dadel.” Hij zei: “Als je hem (die dadel) niet zou geven, dan zou er een leugen voor je geschreven zijn.”»
Zo zien we dat oprechte wil niet alleen een voorwaarde voor het bestaan van een aanbidding is, maar ook voor het bestaan van een daad.
- “Sahiehayn”: dit zijn de twee boeken die de twee imaams al-Bukhaarie en Muslim hebben geschreven, waarin ze alleen ahaadieth hebben verzameld die sahieh zijn. [↩]