Antwoord: Omdat het voegwoord: ‘en’ de vergelijking en de gelijkstelling inhoudt. Degene die dan zegt: “Wat Allaah wil en wat jij wilt,” vergelijkt de wil van Allaah met de wil van de dienaar en stelt ze gelijk. Het voegwoord ‘daarna’ houdt daarentegen de ondergeschiktheid en het volgen in. Dus, degene die zegt: “Wat Allaah wil, daarna wat jij wilt,” verklaart (bevestigend) dat de wil van de dienaar ondergeschikt is aan de wil van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa, en dat het slechts erna komt, zoals Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:
﴿وَمَا تَشَاءُونَ إِلَّا أَنْ يَشَاءَ اللَّهُ﴾ (الإنسان: من الآية30)
“En jullie zullen niet willen, behalve als Allaah het wil.” (Aayah: 76/30).
En dit geldt ook voor de rest (van de uitspraken).