Antwoord: De uitspraak van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam in de overlevering waarin Djibriel 3alayhi-ssalaam hem over de religie vraagt: «De Islaam is dat je getuigt dat er geen God is behalve Allaah, en dat Muhammed de Boodschapper van Allaah is, het gebed verricht, en de Zakaah geeft en de maand Ramadaan vast en al-Hadj (de bedevaart) naar het huis verricht, als je daartoe in staat bent»[1]. Ook de uitspraak van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: «De Islaam is gebouwd op vijf»[2]. Vervolgens noemde hij die, maar in deze overlevering heeft hij de hadj voor het vasten van Ramadaan genoemd. Deze twee overleveringen staan beiden in de sahiehayen[3].
Uitleg: De tweede situatie waarin de term ‘al-Islaam’ wordt gebruikt is wanneer hij samen met het Geloof wordt genoemd. In dit geval worden de uiterlijke uitspraken en daden ermee bedoeld. Sommige geleerden zoals imaam a-Zzuhrie[4] en imaam Ahmad ibn Hanbal zeggen dat al-Islaam het woord is, en al-Iemaan de daad is.
عن عامر بن سعد بن أبي وقاص عن أبيه قال : «أعطى رسول الله صلى الله عليه وسلم رجالا ولم يعط رجلا منهم شيئا فقال سعد يا رسول الله أعطيت فلانا وفلانا ولم تعط فلانا شيئا وهو مؤمن فقال النبي صلى الله عليه وسلم أو مسلم حتى أعادها سعد ثلاثا والنبي صلى الله عليه وسلم يقول أو مسلم ثم قال النبي صلى الله عليه وسلم إني أعطي رجالا وأدع من هو أحب إلي منهم لا أعطيه شيئا مخافة أن يكبوا في النار على وجوههم» قال الشيخ الألباني : صحيح
Sa3d ibn abie Waqqaas radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald: «De Profeet heeft sommige mannen (van de buit) gegeven en een man niets gegeven. Sa3d zei tegen de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: “O Profeet, je hebt die en die gegeven, maar die (persoon) heb je niet gegeven terwijl hij een mu’min (gelovige) is. “De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Of moslim!” Sa3d herhaalde wat hij zei drie keer, en de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam antwoordde: “Of een Moslim!” Vervolgens zei de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: “Ik geef sommige mannen en laat degenen van wie ik meer dan van de anderen houd, en geef hen niets, om hen te weren van in het hellevuur op hun gezichten gesmeten te worden.”»[5]
De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zegt hiermee: zeg niet dat hij een gelovige is, omdat je zijn geloof niet hebt waargenomen, maar zeg wel moslim omdat je zijn uiterlijke handelingen wel hebt waargenomen. Deze hadieth bewijst dat al-Islaam en al-Iemaan twee verschillende niveaus hebben. Ook bewijst het dat al-Islaam de uiterlijke handelingen inhoudt.
أبي برزة الأسلمي قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم: «يا معشر من آمن بلسانه ولم يدخل الإيمان قلبه لا تغتابوا المسلمين ولا تتبعوا عوراتهم فإنه من اتبع عوراتهم يتبع الله عورته ومن يتبع الله عورته يفضحه في بيته». رواه أبو داوود وأحمد والالكائي. وقال الألباني: حسن صحيح
Aboe Burzah al-Aslamie radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: «“O jullie (groep mensen) die met hun tongen hebben geloofd, en waarvan het Geloof niet in jullie harten is binnen getreden, roddelt niet over de moslims, en gaat niet achter hun 3awrah[6] aan (om die te weten te komen), voorzeker, wie achter hun 3awraat aangaat, Allaah zal achter zijn 3awrah gaan (Allaah zal ervoor zorgen dat zijn 3awrah onbedekt wordt), en als Allaah achter iemands 3awrah aangaat, Hij zal het in zijn huis bekendmaken.”»[7]
Deze hadieth bewijst ook dat al-Islaam een lager niveau dan al-Iemaan heeft, en dat de moslim geen mu’min is totdat het Geloof in zijn hart is gevestigd.
Deze vorm van Islaam is gebouwd op vijf zuilen die vijf uiterlijke aanbiddingen vormen. Deze aanbiddingen zijn namelijk:
- Het getuigen dat er geen god is behalve Allaah, en het getuigen dat Muhammed Zijn Boodschapper is;
- Het verrichten van de vijf verplichte gebeden;
- Het uitgeven van a-Zzakaah;
- Het vasten van de maand Ramadaan;
- Het verrichten van al-Hadj (de bedevaart) als men daartoe in staat is.
Deze vijf pilaren worden in de hadieth genoemd waarin Djibriel onze Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam en metgezellen hun godsdienst kwam leren. Deze hadieth is eerder bij vraag 12 vermeld.
De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam antwoordt op de vraag van Djibriel “Wat is al-Islaam”: «De Islaam is dat je getuigt dat er geen god is behalve Allaah, en dat Muhammed de Boodschapper van Allaah is, het gebed verricht, en de Zakaah geeft en de maand Ramadaan vast en Hadj (bedevaart) naar het Huis verricht, als je daartoe in staat bent.”»[8]
عن ابن عمر رضي الله عنهما قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم: « بني الإسلام على خمس شهادة أن لا إله إلا الله وأن محمدا رسول الله وإقام الصلاة وإيتاء الزكاة والحج وصوم رمضان». رواه البخاري ومسلم.
3abdu-llaah ibn 3umar heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: «“Al-Islaam is gebouwd op vijf, namelijk: het getuigen dat er geen god behalve Allaah is, en dat Muhammed de Boodschapper van Allaah is en het verrichten van het gebed en het geven van a-Zzakaah en al-Hadj (de bedevaart) verrichten en (maand) Ramadaan vasten.”»[9]
Deze hadieth en die daarvoor is genoemd, vormen een duidelijk bewijs dat al-Islaam op vijf zuilen is gebouwd. Deze vijf zuilen zijn in twee soorten te verdelen, namelijk: uitspraken en daden.
De daden zijn weer te verdelen in:
– fysieke daden, en daaronder vallen: het gebed en het vasten;
– financiële daden, en daaronder valt a-Zzakaah;
– financiële en fysieke daden, en daaronder valt al-Hadj (de bedevaart).
Er zijn ook andere ahaadieth die hetgeen wat we net behandeld hebben bewijzen. Ook bewijzen deze ahaadieth dat deze zuilen onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn, en dat men al deze vijf zuilen hoort na te komen wil men een werkelijke moslim zijn.
Zuil:
Een zuil is een pilaar waar de muren van een gebouw op leunen. Als één van deze pilaren valt, stort het hele gebouw in. Een zuil is ook een basis waar iets op gebouwd wordt.
Zo zijn de vijf zuilen van de Islaam de basis waar de Islaam op gebouwd is. Dat betekent dat wanneer men één van deze vijf zuilen niet nakomt, hij zijn hele godsdienst heeft laten instorten. De bewijsvoering en uitleg worden nader behandeld.
عن أبي هريرة رضي الله عنه «أن أعرابيا أتى النبي صلى الله عليه وسلم فقال دلني على عمل إذا عملته دخلت الجنة قال تعبد الله لا تشرك به شيئا وتقيم الصلاة المكتوبة وتؤدي الزكاة المفروضة وتصوم رمضان قال والذي نفسي بيده لا أزيد على هذا فلما ولى قال النبي صلى الله عليه وسلم من سره أن ينظر إلى رجل من أهل الجنة فلينظر إلى هذا». رواه البخاري
Aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald: «dat er een bedoeïen naar de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam kwam en zei: “Wijs mij een daad aan waarmee ik bij het verrichten ervan het paradijs in zal treden.” De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “(Wanneer je) Allaah aanbidt en niemand naast Hem als deelgenoot toekent en het voorgeschreven gebed verricht en de verplichte Zakaah uitgeeft en (de maand) Ramadaan vast.” De bedoeïen zei: “Bij Degene Die mijn ziel in Zijn hand heeft, ik zal daar niets (aan daden) aan toevoegen.” Toen hij wegging zei de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: “Wie het hem pleziert om naar een man te kijken die tot de inwoners van het paradijs behoort, voorwaar, hij moet naar deze man kijken.”»[10]
Deze hadieth bewijst dat wanneer men zich aan deze vijf zuilen (verplichte aanbiddingen) houdt, hij het paradijs binnentreedt, maar wanneer men één van deze zuilen verloochent, hij geen moslim is.
Deze zuilen zullen in-shaa’-Allaah nader bij de komende vragen apart uitgelegd worden.[11]
[1]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[2]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[3] “Sahiehayn”: de twee boeken die de twee imaams Bukhaarie en Muslim hebben geschreven, waarin ze alleen ahaadieth verzameld hebben die sahieh zijn.
[4] “Imaam a-Zzuhrie” is een geleerde van de taabi3ien (de generatie die na de sahaabah is gekomen, en de sahaabah in hun praktisering gevolgd heeft).
[5]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam al-Bukhaarie, imaam Muslim, imaam Nasaa’ie en imaam aboe Daawoed.
[6] “3awrah” is in het Arabisch: hetgeen dat bedekt moet worden. In deze hadieth bedoelt de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam hetgeen de mensen bedekt hebben aan slechtheden die zij hebben begaan.
[7] Hasan/sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam aboe Daawoed, imaam Ahmad en imaam Al-Lalakaa’ie en is hasan/sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.
[8]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[9]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[10] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie.
[11] Zie de vragen 31 t/m 35.