Antwoord: Dat de wil en de intentie van de dienaar in al zijn uitspraken, innerlijke en uiterlijke daden alleen naar Allaah gericht zijn. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft gezegd:
﴿وَمَا أُمِرُوا إِلَّا لِيَعْبُدُوا اللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ الدِّينَ حُنَفَاءَ ﴾ (البينة: 5)
“Hen werd niets anders aanbevolen dan Allaah met zuivere aanbidding te aanbidden, als Hunafaa’” (Aayah: 98/5).
En Hij subhaanahu wa-ta3aala heeft gezegd:
﴿وَمَا لِأَحَدٍ عِنْدَهُ مِنْ نِعْمَةٍ تُجْزَى (19) إِلاَّ ابْتِغَاءَ وَجْهِ رَبِّهِ الْأَعْلَى﴾ (الليل:19-20)
“-19- En niet om voor een gunst door iemand beloond te worden.-20- Maar om het welbehagen van zijn Heer, de Verhevene, te zoeken” (Aayah: 92/19-20).
En Hij subhaanahu wa-ta3aala heeft gezegd:
﴿إِنَّمَا نُطْعِمُكُمْ لِوَجْهِ اللَّهِ لا نُرِيدُ مِنْكُمْ جَزَاءً وَلا شُكُورا﴾ (الانسان: 9)
“Zij zeiden: “Wij voeden jullie slechts omwille van het welbehagen van Allaah, wij verlangen van jullie geen beloning en geen dank.” (Aayah: 76/9).
En Hij subhaanahu wa-ta3aala heeft gezegd:
﴿مَنْ كَانَ يُرِيدُ حَرْثَ الْآخِرَةِ نَزِدْ لَهُ فِي حَرْثِهِ وَمَنْ كَانَ يُرِيدُ حَرْثَ الدُّنْيَا نُؤْتِهِ مِنْهَا وَمَا لَهُ فِي الْآخِرَةِ مِنْ نَصِيبٍ﴾ (الشورى: 20)
“Wie de beloning van het hiernamaals wenst, voor hem vermeerderen Wij zijn beloning; en wie de beloning van het wereldse leven wenst, aan hem geven Wij daarvan, maar voor hem is er in het hiernamaals geen aandeel.” (Aayah: 42/20).
Uitleg: De intentie is de belangrijkste daad van het hart. Zij bestuurt namelijk het hart en de ledematen. Als de intentie goed is, zullen de ledematen goed handelen, maar als zij niet goed is, zullen de ledematen verderf zaaien. Zo zal Allaah Geprezen en Verheven zij Hij ook diegene naar gelang zijn intentie belonen.
عَنْ أَمِيرِ المُؤمِنِينَ أبِي حَفْصٍ عُمَرَ بنَ الخَطَّابِ رَضِيَ الله عَنْهُ ، قَالَ : سَمِعْتُ رَسُولَ اللهِ صَلَى الله عَلَيْهِ وَسَلَّمَ يَقُولُ :1. متفق عليه
De leider der gelovigen: aboe Hafs 3umar ibn al-Khattaab radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “Ik heb de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam horen zeggen: «“Voorzeker, alle daden zijn slechts naar gelang de intenties. En voorzeker, elke persoon bekomt[1] slechts hetgeen wat hij intendeert[2]. Voorwaar, al wie waarvan zijn migratie naar Allaah en Zijn Boodschapper is, voorwaar, zijn migratie is naar Allaah en Zijn boodschapper. En voorwaar, al wie waarvan zijn migratie is om het wereldse te bereiken, of een vrouw te huwen, dan is zijn migratie voor hetgeen waarvoor hij gemigreerd is.”»[3]
Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft ons opgedragen om alleen Hem te aanbidden en niemand als deelgenoot toe te kennen. Deze aanbidding begint in het hart dat gelooft dat Allaah de Enige is Die het verdient aanbeden te worden. Deze aanbidding heet namelijk de zuivere intentie (al-ikhlaas). Tevens verricht men deze aanbidding wanneer men in zichzelf en in het openbaar getuigt dat Allaah de Enige God is Die het verdient aanbeden te worden, en dat niemand naast Allaah aanbeden dient te worden. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:
﴿وَمَا أُمِرُوا إِلَّا لِيَعْبُدُوا اللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ الدِّينَ حُنَفَاءَ ﴾ (البينة:5)
“Hen werd niets anders aanbevolen dan Allaah met zuivere aanbidding te aanbidden, als Hunafaa’” (Aayah: 98/5).
Als je deze voorafgaande woorden leest en beseft wat er staat, besef je ook dat de intentie de basis is van de aanbidding. Dat betekent dat als men zich in de basis van de aanbidding naar iemand anders dan Allaah richt, of naast Allaah iemand anders bedoelt, men iemand naast Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa aanbidt. En zoals het Geloof (Iemaan) in het hart begint, begint ongeloof (Shirk) ook in het hart.
De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zegt: «“Voorwaar, er is in het lichaam een vleesklomp. Als die goed is, is het hele lichaam goed. Voorwaar, het is het hart.”»[4]
Zo beseffen we dat de zuivere intentie (al-ikhlaas) de basis van het monotheïsme (a-Ttawhied) is, en dat als men zich in zijn intentie alleen naar Allaah richt, hij elke andere godheid verwerpt. En dat is de definitie: “Het toekennen…en het verwerpen/ontkennen”.
Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa is namelijk de Enige Die kan inzien wat zich in het hart van Zijn dienaar afspeelt. De vraag luidt dan: Waarom zou deze nederige dienaar van Allaah zijn intentie naar iemand anders dan Allaah richten, terwijl die ander het niet eens ziet of merkt? Het antwoord moet tot een bepaalde conclusie leiden waar ieder voor zich over moet nadenken.
Zo zien we dat zuivere intentie de basis is van elke aanbidding, en de voorwaarde is voor acceptatie van een aanbidding. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:
﴿وَلَقَدْ أُوحِيَ إِلَيْكَ وَإِلَى الَّذِينَ مِنْ قَبْلِكَ لَئِنْ أَشْرَكْتَ لَيَحْبَطَنَّ عَمَلُكَ وَلَتَكُونَنَّ مِنَ الْخَاسِرِينَ﴾ (الزمر:65)
“En voorzeker, er is aan jou en aan degenen vóór jou geopenbaard: “Als jij deelgenoten toekent, dan zullen jouw werken vruchteloos worden en zal jij zeker tot de verliezers behoren.” (Aayah: 39/65).
Tevens is de zuivere intentie in de algemene handelingen van de mens de voorwaarde om voor deze handeling beloond te worden. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:
﴿وَمَا لِأَحَدٍ عِنْدَهُ مِنْ نِعْمَةٍ تُجْزَى (19) إِلاَّ ابْتِغَاءَ وَجْهِ رَبِّهِ الْأَعْلَى﴾ (الليل 20)
“-19- En niet om voor een gunst door iemand beloond te worden.-20- Maar om het welbehagen van zijn Heer de Verhevene, te zoeken” (Aayah: 92/19+20).
En Hij heeft gezegd:
﴿إِنَّمَا نُطْعِمُكُمْ لِوَجْهِ اللَّهِ لا نُرِيدُ مِنْكُمْ جَزَاءً وَلا شُكُورا﴾ (الانسان:9)
“Zij zeiden: “Wij voeden jullie slechts omwille van het welbehagen van Allaah, wij verlangen van jullie geen beloning en geen dank.” (Aayah: 76/9).
Dit is niet wat zij met hun tongen zeiden, maar Allaah de Heilige de Alwetende heeft geweten wat zij in hun harten verborgen hielden, en daarom heeft hij hen hiermee geprezen.
Het is zelfs zo, dat wanneer men bij het bedrijven van zijn lust de intentie heeft om geholpen te worden bij een aanbidding voor Allaah, of om voor een zonde geweerd te worden, Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa hem daarvoor beloont. De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zegt: «“En door het bedrijven van geslachtsgemeenschap wordt voor diegene onder jullie aalmoes geschreven.” De metgezellen zeiden: “Hoe kan het zijn dat iemand onder ons zijn lust bedrijft en daarvoor beloond wordt?” Hij zei: “Als hij dat op een verboden manier bedrijft, zou hij daarvoor bestraft worden, en daarom wordt hij beloond als hij het op een toegestane manier doet.”»[5]
Zo komt men tot de conclusie dat als men voor het wereldse kiest, hij de beloning vanuit het wereldse ontvangt. Echter zal deze beloning vergaan met de dood. Maar als men voor het hiernamaals kiest en zijn intentie in al zijn handelingen naar Allaah richt, zal hij in het wereldse en het hiernamaals beloond worden, en zal zijn beloning eeuwig en aanhoudend zijn. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:
﴿مَنْ كَانَ يُرِيدُ حَرْثَ الْآخِرَةِ نَزِدْ لَهُ فِي حَرْثِهِ وَمَنْ كَانَ يُرِيدُ حَرْثَ الدُّنْيَا نُؤْتِهِ مِنْهَا وَمَا لَهُ فِي الْآخِرَةِ مِنْ نَصِيبٍ﴾ (الشورى: 20)
“Wie de beloning van het hiernamaals wenst, voor hem vermeerderen Wij zijn beloning; en wie de beloning van het wereldse leven wenst, aan hem geven Wij daarvan, maar voor hem is er in het hiernamaals geen aandeel.” (Aayah: 42/20).
Ubayy ibn Ka3b radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: «“Verheug dit volk met de verheffing, het behalen van hoge niveaus, de overwinning en het heersen op aarde. Voorwaar, wie dan een daad van het hiernamaals voor het wereldse verricht, voorzeker, hij zal in het hiernamaals geen aandeel hebben.”»[6]
Definitie: Zuivere intentie is een voorwaarde van acceptatie in de aanbidding, en is een voorwaarde van beloning in algemene handelingen.
[1] “Bekomt” betekent: krijgt.
[2] “Intendeert” betekent: beoogt, bedoelt.
[3] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[4]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[5]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam Muslim en imaam Ibn-Maadjah.
[6]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam Ahmad.
- إِنَّمَا الأَعْمَالُ بِالنِّيَّاتِ وإِنَّمَا لِكُلِّ ﭐمْرِئٍ مَا نَوَى . فَمَنْ كَانَتْ هِجْرَتُهُ إِلَى اللهِ وَرَسُولِهِ فَهِجْرَتُهُ إِلَى اللهِ وَرَسُولِهِ وَمَنْ كَانَتْ هِجْرَتُهُ لِدُنْيَا يُصِيْبُهَا أَو ﭐمرَأَةٍ يَنْكِحُهَا فَهِجْرَتُهُ إِلَى مَا هَاجَرَ إِلَيْهِْ [↩]