Door broeder Aboe Jouairiya.
Een korte lezing over hoe een moslim zich moet gedragen tegenover krenkingen in zijn heiligdommen en voorbeelden hoe de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zich gedroeg in soortgelijke situaties.
Moslims uit verschillende delen van de wereld met verschillende culturele achtergronden en talen zijn inmiddels deel geworden van de Nederlandse samenleving. Een samenleving die kennis neemt van de Islaam via waarnemingen van het gedrag van moslims. Het is uiteraard onjuist om een geloof te beoordelen aan de hand van hetgeen men waarneemt bij de belijders. De overgrote meerderheid van de moslimgemeenschap vindt dat hun vredelievende Islaam verkeerd geïnterpreteerd wordt en dat het te gemakkelijk is om het geloof te beoordelen op basis van oppervlakkige observaties. De nieuwe generatie moslims in Nederland is continu op zoek naar informatie over de Islaam om hun leven hier in Nederland in te kunnen richten. Om hun medeburgers beter te begrijpen zijn ook niet-moslims benieuwd naar het geloof. De behoefte aan en het belang van lezingen met uitleg en toelichting van de Islaam is bij zowel moslims als niet-moslims derhalve heel groot.
In deze lezing wil ik eerst praten over de betekenis van de Islaam en zijn plaats binnen de andere godsdiensten. Ik wil het ook kort hebben over de Qur’aan en zijn inhoud. Vervolgens ga ik het hebben over de huidige situatie in Nederland en hoe de moslims daarmee om behoren te gaan, gebaseerd op voorbeelden uit het leven van de Profeet Muhammed salla-llaahu 3alayhi wa-sallam die ook in een niet-islamitische gemeenschap heeft geleefd in het begin van de Islaam.
De betekenis van de Islaam
De Islaam geniet onder de grote wereldgodsdiensten het aanzien dat zij een naam heeft van betekenis. De grondbetekenis van de Islaam is “vrede ingaan” en een moslim is hij die zich met God en de mens verzoent. Vrede met God betekent volkomen onderwerping aan Zijn Wil. Vrede met de mens is niet alleen het vermijden van het doen van kwaad of onrecht aan een ander, maar hem ook goeddoen. Deze beide gedachten komen in de Heilige Qur’aan zelf tot uitdrukking als de eigenlijke kern van de religie van de Islaam. Allaah de Verhevene zegt (in vertaling):
“Ja, wie zich geheel aan Allaah onderwerpt (aslama) en de weldoener is van anderen, heeft de beloning van zijn Heer en er is geen vrees voor hem noch zal hij treuren.” al-baqarah 112
De Islaam is dus al vanaf zijn ontstaan een religie van vrede en zijn twee grondleerstukken, de eenheid van God en de eenheid of broederschap van het menselijk ras, leveren het duidelijke bewijs dat de Islaam zijn naam eer aandoet.
De plaats van de Islam binnen de wereldgodsdiensten
De Islaam is de laatste van de grote godsdiensten, het is niet alleen de laatste godsdienst, maar hij is ook een allesomvattende godsdienst die alle godsdiensten in zich omvat die daaraan voorafgingen. Een van zijn meest opvallende kenmerken is dat hij van zijn volgelingen eist dat zij geloven dat alle grote wereldgodsdiensten door God geopenbaard zijn. Het is een grondbeginsel van de Islaam dat een moslim ook moet geloven in alle Profeten. Allaah de Verhevene zegt (in vertaling):
“Zeg, wij geloven in Allaah en (in) hetgeen tot ons is geopenbaard en (in) hetgeen tot Ibraahiem, Ismaa3iel, Ishaaq, Ya3qoeb en de stammen werd geopenbaard en (in) hetgeen aan Moesaa en 3iesaa werd gegeven, en (in)hetgeen aan de Profeten van hun Heer werd gegeven. Wij maken geen onderscheid tussen wie ook van hun.”al-Baqarah 136
En Hij subhaanahu wa-ta3aalaa zegt ook (in vertaling):
“De gezant gelooft in hetgeen tot hem van zijn Heer is geopenbaard en (dat doen)de gelovigen; zij allen geloven in Allah en Zijn engelen en Zijn boeken en Zijn Boodschappers: wij maken geen onderscheid tussen wie ook van Zijn boodschappers.” al-Baqarah 285
Een moslim gelooft dus niet alleen in de Profeet Muhammed salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, maar ook in alle andere profeten. Hij is iemand die in de profeten en geschriften van alle volkeren gelooft. Dit in tegenstelling tot joden die enkel in de Tawraah (Thora) geloven en de christenen die enkel in de Indjiel (Bijbel) geloven. De Islaam stelt niet alleen regels vast voor de ontwikkeling van de enkeling, maar ook voor die van de maatschappij als geheel, van het volk en zelfs van de mensheid. En al deze regels en wetten worden tot werkelijkheid gemaakt door een geloof in God.
De Koran
De Qur’aan is Gods woord, waaraan alle beginselen en voorschriften van de Islaam ontleend zijn. De naam Heilige Qur’aan wordt in het Boek genoemd, [Aayah: 2/185], [Aayah: 10:37]……. Deze verzen vermelden ook tot wie, wanneer, in welke taal, hoe en waarom hij geopenbaard werd. Hij werd geopenbaard aan Muhammed salla-llaahu 3alayhi wa-sallam , in de maand Ramadaan, in de grootste nacht Laylatu-l-Qadr. De Heilige Qur’aan werd in de Arabische taal geopenbaard, hij werd in delen geopenbaard gedurende drieëntwintig jaar. Gedurende deze tijd hield de Qur’aan zich uitsluitend bezig met de verbetering van een in duisternis gehulde wereld. Het was een goddelijke boodschap gebracht door de Heilige Geest (Djibriel 3alayhi-ssalaam) en woordelijk meegedeeld aan de Profeet, die haar aan het mensdom overbracht.
De huidige situatie in Nederland
Deze inleiding geldt ter illustratie van de eigenlijke onderwerp van deze lezing. Dit, omdat in de huidige situatie hier voortdurend over wordt gesproken. Moslims wonen nu eenmaal in Nederland en dat is een land van meerdere godsdiensten en culturen. In de afgelopen tijd zijn er achtereenvolgende uitlatingen door niet-moslims in het algemeen en door Wilders in het bijzonder gedaan. Deze uitlatingen zijn niet om op te roepen tot bescherming van vrijheid van godsdienst en meningsuiting, noch tot de verzoening en saamhorigheid. Echter, slechts om de heiligdommen van de Islaam aan te vallen en het ontnemen van de rechten van de moslims en ik zal hier een paar voorbeelden van geven. Zijn aanspraak om de moslims het reciteren van de Qur’aan in zowel de moskeeën als in de privésfeer te verbieden, zoals dat is voorgekomen in de Volkskrant op 8 augustus 2007: ”Een verbod is een verbod. Dus moet niet alleen verkoop, maar ook gebruik in moskeeën en bezit in huiselijke kring worden bestraft. Als dat in de huidige wetgeving niet kan, moet er een nieuw verbodsbepaling komen.” Aldus Kamerlid Wilders.
Ook pleit hij ervoor dat moslims de helft van de Qur’aan moeten scheuren en weggooien, willen ze toestemming krijgen om in Nederland te blijven, zoals is voorgekomen op 13 februari 2007 in dagblad De Pers: ”Als moslims in Nederland willen blijven, moeten ze de helft uit de Koran scheuren en weggooien. Ook moeten ze niet luisteren naar de Imam.” Dit is een vijandigheid jegens de meest heilige zaak onder de heiligdommen van de moslims. Ook is het een vijandigheid jegens de grondwet die het verbiedt om de godsdienstige heiligdommen aan te tasten. En bovendien is het een vijandigheid jegens de meest simpele rechten van de moslims in Nederland. De moslims zijn van mening dat zijn film die hij beloofd heeft uit te zenden, niet minder fanatisme en haat zal veroorzaken. Zij zijn ook van mening dat iemand die zich waagt aan de belediging van de Qur’aan en de minachting van een hemelse godsdienst, niet in staat is om welke burgerlijke en maatschappelijke profijt dan ook nog een menselijk principe te respecteren.
Hoe moeten de moslims met deze situatie omgaan?
Omdat een moslim, net als een christen, jood, atheïst, etc., deelneemt aan deze maatschappij met zijn bijbehorende rechten en plichten, moet hij waken over zijn rechten van het belijden van zijn godsdienst, de aanbidding en het uiten van zijn mening en gedrag. Ook moet hij zich beijveren om de krenking van de heiligdommen van zijn godsdienst te stoppen. Dat geldt ook voor de radicale oproep tot discriminatie. Dat allemaal moet hij doen middels de wet die de rechten van de burgers ordent. Dit alles ver van de radicale manier of chaos , geweld en krenking van anderen. En hierbij wil ik de ouders adviseren dit ook in de gaten te houden en dat ze hun kinderen hierover op de juiste manier informeren. Ze behoren hun kind en of kinderen te leren in alle gevallen respect te hebben voor anderen, ook al is hun religie in het geding. De moslims behoren geen provocatie met provocatie te beantwoorden, en geen geweld met geweld. Allaah de Verhevene zegt over Zijn goede dienaren (in vertaling):
“En als de onwetenden hun aanspreken, zeggen ze: “vrede” .”
Hiernaast moeten de moslims overal waar ze zich bevinden goed gedrag vertonen door het gedrag van de Profeet Muhammed salla-llaahu 3alayhi wa-sallam als voorbeeld te nemen. De Profeet Muhammed salla-llaahu 3alayhi wa-sallam is geboren in een stad die bewoond werd door polytheïsten. Hij groeide op tot een gerespecteerde jongeman die bekend stond om zijn eerlijkheid en rechtvaardigheid. Toen hij profeet werd en de boodschap van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa begon te verkondigen, begon gelijk de vijandigheid jegens hem van de Qurayshieten. Hij werd beticht van leugens, gekrenkt en bestempeld als magiër, waarzegger, poëet en krankzinnige. Desondanks heeft dit er niet toe geleid dat hij zijn toevlucht nam tot geweld en krenking van anderen, maar hij bleef doorgaan met het verspreiden van de Islaam op een vreedzame manier. Hij werd op allerlei manieren tegengewerkt, vernederd, bespot en geslagen. En toch bleef hij geduld tonen en zich tot Allaah te wenden. Zoals in een hadieth is verteld door aboe 3abdu-Rrahmaan 3abdu-llaah ibn Mas3oed: ”Het was alsof ik naar de Boodschapper van Allaah keek toen hij een verhaal vertelde over een profeet wiens volk hem zo ernstig sloeg en verwondde dat hij het bloed van zijn gezicht afveegde en (ondertussen) zei: : ”Allaah, vergeef mijn mensen, want voorzeker, zij zijn onwetend.”
Deze vijandigheid jegens de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam werd met de dag erger. 3abdu-llaah ibn Mas3oed verhaalt dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam aan het bidden was bij de Ka3bah terwijl aboe Djahl (de machtigste man van de Qurayshieten) en zijn vrienden naast de Ka3bah zaten. Ze zeiden tegen elkaar: ”Wie van jullie kan de baarmoeder van een kameel halen en op de rug van Muhammed gooien terwijl hij knielt tijdens het gebed?” 3abdu-llaah ibn Mas3oed zei: Toen sprong de slechtste man, 3uqbah abie Mu3iet, onder hun op en haalde het. Toen hij het gehaald had, wachtte hij tot de Profeet knielde en zette het op de rug van de profeet. Ik keek toe en kon niks doen. Ze lachten hem uit en begonnen steeds harder te lachen terwijl de Profeet nog steeds geknield was en zijn hoofd niet ophief, totdat zijn dochter Faatimah kwam en het van zijn rug afgooide. De Profeet hief zijn hoofd vervolgens op en drie keer zei: ”Oh Allaah, hun straf is aan U.” Deze smeekbede viel aboe Djahl en zijn vrienden zwaar, omdat ze wisten dat een smeekbede op die plaats verhoord werd.”
Dezelfde aboe Djahl liep een keer langs de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam die bij de Safaa heuvel stond en schold hem uit en kwetste hem. De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam bleef stil en reageerde niet. Aboe Djahl pakte toen een steen en gooide het naar de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam. Uit zijn hoofd stroomde het bloed en aboe Djahl vertrok en ging naar zijn vrienden.
Conclusie
Hieruit blijkt dat Wilders niet de eerste is die zich gewaagd heeft aan het verdraaien van de Islaam en het krenken van zijn heiligdommen en ook niet de laatste zal zijn. Bovenstaande voorbeelden geven een beeld van hoe de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, het grootste symbool van de Islaam, reageerde toen hij werd vernederd en bespot. De moslims moeten dezelfde weg volgen als de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam bij het omgaan met zulke situaties. Mocht het nodig zijn, dan kan men zich altijd wenden tot de wet en de rechterlijke macht om zijn gelijk te halen. De moslims behoren niet het heft in eigen hand te nemen, maar op Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa te vertrouwen en vervolgens gebruik te maken van de Nederlandse wet.