Deel 1: Het tweede vraagstuk: het bedaren van al-wahy

Deur 2: De profetische zending, Sierah Annabawiyyah, Wetenschap | 0 comments

En bij imaam Ahmad is er een lichte toevoeging over het grote verdriet van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam wegens het bedaren van al-wahy. De toevoeging luidt als volgt: “Al-wahy bedaarde totdat de Boodschapper van Allaah verdrietig werd -van wat ons bereikt heeft- een verdriet waardoor hij herhaaldelijk van hoge bergen wilde springen, voorwaar, telkens wanneer hij een bergtop bereikte om zichzelf te werpen, kwam Djibriel 3alayhi-ssalaam voor hem te voorschijn, en zei hij tegen hem: “O Muhammed, voorzeker, jij bent waarlijk de Boodschapper van Allaah.” Vervolgens bedaarde zijn agitatie1 en kreeg hij rust salla-llaahu 3alayhi wa-sallam en keerde terug. Als het vervolgens te lang voor hem duurde, en al-wahy nogmaals bedaarde, deed hij hetzelfde als daarvoor. Als hij vervolgens de bergtop bereikte, kwam Djibriel 3alayhi-ssalaam voor hem te voorschijn en zei tegen hem hetzelfde als daarvoor.”2

Djaabir ibn 3abdi-llaah al-Ansaarie radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei terwijl hij het had over het bedaren van al-wahy: “Terwijl ik stond en mijn hoofd naar de hemel ophief, (zag ik) de engel die in Hiraa’ naar mij kwam, op zijn stoel zitten tussen de hemel en de aarde.” De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei (vervolgens): “Ik schrok me te pletter, en keerde terug, en zei: “Omhult mij, omhult mij, ommantelt mij.” Vervolgens zond Allaah Subhaanahu Wa-Ta3aalaa neer:

﴿يَا أَيُّهَا الْمُدَّثِّرُ (1) قُمْ فَأَنْذِرْ (2) وَرَبَّكَ فَكَبِّرْ (3) وَثِيَابَكَ فَطَهِّرْ (4) وَالرُّجْزَ فَاهْجُرْ (5) ﴾ (المدثر: 1-5)

-1- O jij ommantelde. -2- Sta op en waarschuw. -3- En prijs de grootheid van jou Heer. -4- En reinig jou kleding. -5- En distantieer je van de zondigheid.” (Aayah: 74/1-5).

     Vervolgens volgde al-wahy achtereenvolgend.”3

Het allereerste wat van al-Qur’aan neergezonden is, is Suratu-l-3alaq Aayah 1 tot en met 3. En het eerste wat van al-Qur’aan neergezonden is, na het bedaren van wahy, en de terugkeer van Djibriel voor de neerzending over de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, is Suratu-l-muddathir Aayah 1 tot en met 5. En Allaah weet het het beste.

Djundub ibn 3abdu-llaah al-Badjlie radiya-llaahu 3anhu heeft gezegd: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam beklaagde zich en stond een nacht, twee of drie nachten niet op. Vervolgens zei een vrouw: “Ik denk dat jou duivel jou verlaten heeft.” Vervolgens zond Allaah Subhaanahu Wa-Ta3aalaa neer:

﴿ وَالضُّحَى (1) وَاللَّيْلِ إِذَا سَجَى (2) مَا وَدَّعَكَ رَبُّكَ وَمَا قَلَى (3) ﴾ (الضحى: 1-3)

-1- Bij a-dduhaa((A-Dduhaa (ochtendlicht) is de periode kort na zonsopkomst.)). -2- En bij de nacht wanneer het geheel donker is. -3- Jouw Heer heeft jou (o Muhammed) niet verlaten, en Hij is niet kwaad (op jou).”

(Aayah: 93/1-3).”4


  1. ‘Agitatie’ betekent onrust in het hart. []
  2. Deze hadieth is o.a. overgeleverd door imaam al-Bukhaarie, imaam Muslim en imaam Ahmad. []
  3. Deze hadieth is o.a. overgeleverd door imaam Bukhaarie, imaam Muslim, imaam Ahmad en imaam Maalik. []
  4. Deze hadieth is overgeleverd door imaam al-Bukhaarie, imaam Muslim, imaam a-Ttirmidhie, imaam a-Ttayaalisie, imaam Ahmad, imaam al-Hamiedie en imaam a-Ttabaraanie. []

Categorieën