Sa3ied ibn al-Musayyib rahimahu-llaah heeft overgeleverd van zijn vader die van zijn opa heeft overgeleverd, hij heeft verhaald, hij zei: “Er kwam in de (tijd van) al-djaahiliyyah een stortvloed en bedekte hetgeen wat tussen de twee bergen was.”1 Sufyaan zei: “Deze hadieth betreft een (bepaalde) toestand.” Hij bedoelt daarmee: “betreft een toestand” het verhaal van de bouw van al-Ka3bah vóór de profetische zending.
Aboe a-Ttufayl radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “De Ka3bah was in (de tijd van) al-djaahiliyyah gebouwd met rotsen, en was op hoogte van een vrouwelijke geit, en was niet geplafonneerd. Haar kledij werd op haar gelegd en het hing over haar neer. De zwarte hoeksteen was op haar muur gelegd uit respect ervoor. En het had twee hoeken.
Op een dag kwam er een schip uit het land der Romeinen. Toen zij van Djaddah naderden brak het schip. Vervolgens vertrok Quraysh om haar hout te nemen, waarop zij daar een romein aantroffen, vervolgens namen zij het hout die hij hen gaf.
Het schip vaarde richting al-Habashah, en de romein die in het schip was, was een timmerman. Vervolgens kwamen zij (terug) en lieten de romein meekomen. Vervolgens zei Quraysh: “We bouwen met het hout van het schip het Huis van onze Heer.”
Voorwaar, toen zij het wilden afbreken, troffen zij op de muur van het huis een slang in een tabel vorm met een zwarte rug en een witte buik. Telkens wanneer iemand van het Huis naderde om het af te breken of zijn stenen op te rapen, kroop ze (snel) naar hem met haar mond open.
Vervolgens kwam Quraysh bij al-Maqaam2 bijeen en gedachten Allaah luid, en zeiden: “O onze Heer, vreest niet. Wij willen Uw Huis vereren, voorwaar als u daarmee behaagd bent (maak het voor ons makkelijk), en doe hetgeen U wilt.
Vervolgens hoorden zij een schreeuw in de hemel, waarop een vogel met zwarte rug en witte buik en poten aankwam (vliegen), die groter dan een mens was. Hij stak zijn klauwen in de kop van de slang, en vertrok ermee, terwijl hij haarstaart sleepte. Hij was groter dan dat en dat. Hij vertrok richting Adjyaad. Quraysh brak (de Ka3bah) af. zij bouwden het met de stenen van de vallei, die zij op hun nekken tilden. Zij lieten haar twintig armlengten in de hemel reiken.
Voorwaar, terwijl de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam de stenen tilde vanuit Adjyaad, en een gelijnd gewaad aan had, werd dit gewaad hem benauwd. Vervolgens ging hij het gewaad afdoen, waarop zijn 3awrah zichtbaar werd, omdat het een kort gewaad was. Vervolgens werd er geroepen: “O Muhammed, bedek je 3awrah. Voorwaar, hij werd hierna nooit bloot gezien.”3
Djaabir ibn 3abdu-llaah radiya-llaahu 3anhumaa heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam verplaatste met hen de stenen, terwijl hij een lendendoek aan had. Zijn ook 3abbaas zei tegen hem: “Het zou goed zijn als jouw lendendoek los maakt, en het op je schouder en onder de stenen legt.” Hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam maakt het los en legde het op zijn schouder, en viel vervolgens flauw. Voorwaar, hierna werd hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam nooit bloot gezien.”4