Het vierde vraagstuk
Ten eerste: de neerzending van de Qur’aan in zeven letters
De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: “De Qur’aan is neergezonden in zeven letters. Tegenzegging1 middels de Qur’aan is een kufr, (dat zei hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam) driemaal. Voorwaar, al wat jullie daarvan weten, voorwaar, verricht het, en al hetgeen daarvan waarover jullie onwetend zijn, voorwaar, laat het toebehoren aan de wetende erover.”2
3abdu-llaah ibn 3abbaas radiya-llaahu 3anhumaa heeft verhaald, hij zei dat de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: “Djibriel (3alayhi-ssalaam) reciteerde voor mij één letter, waarop ik naar hem terugkeerde, voorwaar, ik bleef hem om vermeerdering vragen, en hij bleef voor me vermeerderen, totdat hij stopte bij zeven letters.”3
3umar ibn al-Khattaab radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “Ik hoorde Hishaam ibn Hakiem Soeratu-l-Furqaan reciteren in de tijd dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam leefde. Voorwaar, ik luisterde naar zijn recitatie, en vernam dat hij het met vele andere letters reciteerde waarin de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam mij niet leerde reciteren. Voorwaar, ik wilde hem bijna tijdens de Salaah wurgen, echter spoorde ik mezelfaan tot geduld totdat hij de tasliem verrichte. Vervolgens nam ik zijn gewaad bij zijn borstkas en zei: “Wie heeft jou de Soerah die ik jou hoorde reciteren, leren reciteren?” Hij zei: “De Boodschapper van Allaah leerde het mij reciteren.” Vervolgens zei ik: “Je liegt, voorzeker, de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam leerde het mij anders reciteren, dan hoe jij het gereciteerd hebt.” Vervolgens vertrok ik met hem en leidde hem naar de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, en zei:
Voorzeker, ik hoorde deze (man) Soeratu-l-Furqaan met een letter reciteren die u mij niet heeft leren reciteren.” Vervolgens zei de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: “Laat hem (los). Lees o Hishaam.” Vervolgens las Hishaam met dezelfde (soort) recitatie die ik hem hoorde reciteren. Vervolgens zei de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: “Zo is het neergezonden.” Vervolgens zei hij: “Lees, o 3umar.” Vervolgens las ik met de (soort) recitatie die hij me geleerd had, waarop de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Zo is het neergezonden. Voorzeker, deze Qur’aan is in zeven letters neergezonden, voorwaar, leest hetgeen wat (voor jullie) ervan vergemakkelijkt is.”4
Het gelijke van wat gebeurd is tussen 3umar en Hishaam radiya-llaahu 3anhumaa is tevens gebeurd tussen meerdere metgezellen, waaronder ook tussen Ubayy ibn Ka3b en 3abdu-llaah ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhumaa, m.b.t. Soeratu-Nnahl.
Tevens is dit gebeurd tussen 3amr ibn al-3aas en een andere metgezel.
Aboe Qays – de slaaf van 3amr ibn al-3aas – heeft van 3amr ibn al-3aas verhaald: “dat een man een Aayah van de Qur’aan reciteerde, waarop 3amr zei: “Voorzeker, het hoort slechts zus en zo (gereciteerd te worden), vervolgens vertelden zij beiden het aan de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, waarop hij zei: “Voorzeker, deze Qur’aan is in zeven letters neergezonden, welke van deze jullie lezen is goed, voorwaar, redetwist niet daarin.”5
Ten tweede: de betekenis van “de zeven letters”
De geleerden verschillen van mening m.b.t. de betekenis ervan. De belangrijkste meningen zijn:
1.Er wordt daarmee de vergemakkelijking bedoeld, en niet letterlijk een hoeveelheid. Deze mening heeft imaam a-Ssuyoetie aan al-Qaadie 3iyaad gerelateerd.
2.Dat ze verschillen in de leestekens en niet in de letter noch de betekenis. Deze mening is gerelateerd aan imaam ibn Qutaybah.
3.Er wordt ermee bedoeld, dat het zeven Arabische dialecten zijn. Deze mening is gerelateerd aan imaam aboe 3ubayd en imaam Tha3lab en andere geleerden.
4.Er wordt ermee bedoeld, dat het zeven overeenkomstige betekenissen zijn met verschillende uitspraken (ofwel synoniemen), zoals:
Kom en nader, en schiet op en wees snel. Deze mening is o.a. van imaam Sufyaan ibn 3uyaynah en imaam a-Ttabarie. Zodoende heeft imaam ibn 3abdu-l-Barr deze mening gerelateerd aan de meeste geleerden.
5.Sommige geleerden zeiden dat daarmee wordt bedoeld, dat het zeven soorten van spraak zijn, zoals: berisping, halaal, haraam, duidelijke zaken (muhkam), twijfelachtige zaken (mutashaabih). Deze mening is echter gebaseerd op een hadieth die da3ief is.
De vierde mening is de juiste meninge met betrekking tot de betekenis van de zeven letters. Echter betekent het niet dat elke uitspraak in de Qur’aan in zeven letters ofwel manieren is neergezonden. Zodoende heeft imaam ibn 3abdu-l-Barr gezegd: “Hierover is overeenstemming (bij de geleerden). Sterker nog, het is niet mogelijk, er is namelijk geen woord in de Qur’aan dat zeven manieren van uitspraken heeft, behalve weinig.”
Opmerking: Imaam aboe Shaamah heeft gezegd: “Sommigen hebben gedacht dat met de huidige zeven recitaties (qiraa’aat) de zeven letters (Ahruf) daarmee bedoeld worden. De geleerden zijn het er unaniem over eens dat dit niet juist is.”6
Tevens heeft imaam aboe Shaamah gezegd: “De waarheid (met betrekking tot deze zaak) is dat hetgeen wat in al-mushaf is verzameld, hetgeen is waarover overeenstemming en stelligheid is met betrekking tot zijn neerzending, en hetgeen wat geschreven is middels het bevel van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam. Daarin bevinden zich sommige verschillen met betrekking tot de zeven letters (ahruf), echter niet allemaal. En hetgeen wat daarbuiten valt aan recitaties (qiraa’aat), wat niet overeenkomt met de schrift (van 3uthmaan), is van hetgeen wat toegestaan was voor recitatie, uit vergemakkelijking voor de mensen. Echter toen er daardoor in de tijd van 3uthmaan radiya-llaahu 3anhu geschillen waren, en de mensen elkaar als ongelovigen verklaarden, werd er gekozen voor hetgeen wat toegestaan was om te schrijven, waarbij men de rest verliet.”7
Ten derde: de profijten van de verschillen in de zeven ahruf
Hiermee wordt bedoeld: hetgeen wat daarvan is overgebleven in al-mushaf al-3uthmaan, die alle metgezellen hebben erkend, nadat 3utmaan ibn 3affaan hen daarop gewezen had. In die tijd werden de rest van de masaahif verbrand.
1.De beduiding van een onduidelijke betekenis, zoals in de uitspraak van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa:
“Wa takoenu-l-djibaalu ka-l-3ihni-l-manfoesh.”
“En de bergen als verspreide wolvlokken.”(Aayah: 101/5).
Ibn Mas3oed radiya-llaahu 3anhu las in plaats van “ka-l-3ihni”, “ka-ssoefi”. Hieruit werd duidelijk dat Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa met “ka-l-3ihni”, wol bedoelde.
2.Ter verduidelijking van de oordelen.
3.Ter beduiding dat het oordeel verschilt naar gelang de situatie.
Ook behoort daartoe, dat men zich uitlaat over de Qur’aan terwijl men onwetend daarover is. Tevens behoort daartoe, dat men de Qur’aan in twijfel brengt. (bron van uitleg: 3awn al-Ma3boed).
- “Tegenzegging” betekent letterlijk: zeggen ter bestrijding of verzwakking van wat een ander heeft gezegd. Tegenzegging middels de Qur’aan betekent dat twee of meerdere personen elkaar tegenzeggen middels de Aayaat van de Qur’aan, waarbij de ene met een Aayah komt en vervolgens de andere met een andere Aayah komt om de eerste te weerleggen. [↩]
- Sahieh, deze hadieth is verhaald door aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu, en is overgeleverd door imaam aboe Daawoed en imaam Ahmad, en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie. [↩]
- Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie. [↩]
- Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Maalik. [↩]
- Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imaam Ahmad en is hasan verklaard door imaam ibn Hadjar al-3asqalaanie. [↩]
- Bron: ‘Fathu-l-Baarie’, het boek van imaam ibn Hadjar al-3asqalaanie. [↩]
- Bron: ‘Fathu-l-Baarie’, het boek van imaam ibn Hadjar al-3asqalaanie. [↩]