Hadieth 134
وَعَنْ أَبِي سَعِيدٍ رضي الله عنه قَالَ: قَالَ رَسُولُ اَللَّهِ صلى الله عليه وسلم «أَلَيْسَ إِذَا حَاضَتْ لَمْ تُصَلِّ وَلَمْ تَصُمْ؟». مُتَّفَقٌ عَلَيْهِ فِي حَدِيث.
Aboe Sa3ied al-Khudrie radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: “Is het niet zo dat wanneer de vrouw menstrueert, zij de Salaah niet verricht en niet vast?”[1]
De voltooiing van de hadieth:
De volledige hadieth is: “Op (de dag van) al-Adhaa of (de dag van) al-Fitr ging de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam naar buiten richting al-Musallaa en liep langs de vrouwen. Hij zei (tegen hen): “O jullie vrouwen, geeft aalmoes! Voorwaar, ik heb gezien dat jullie het grootste deel uitmaken van de inwoners van het hellevuur.” Zij vroegen: “Waardoor?” Hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Jullie vervloeken veel en verloochenen de goede vriendschap (van jullie echtgenoot). Ik heb ook geen enkel (wezen) gezien met gebrek aan verstand en geloof, dat een resolute man zijn verstand kan doen verliezen, behalve één van jullie.” Zij vroegen: “Wat is ons gebrek aan verstand en geloof, o Boodschapper van Allaah?” Hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Geldt de getuigenis van een vrouw niet gelijkwaardig aan de helft van de getuigenis van de man?” Zij zeiden: “Jawel.” Hij salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Voorwaar, dat is één van de (voorbeelden van) haar gebrek aan verstand. En is het niet zo dat wanneer de vrouw menstrueert, zij de Salaah niet verricht en niet vast? Voorwaar, dat is één van de (voorbeelden van) haar gebrek aan geloof.”
Bewijsstukken:
– Mu3aadhah radiya-llaahu 3anhaa heeft verhaald, zij zei: “Ik stelde een vraag aan 3aa’ishah radiya-llaahu 3anhaa, en zei: “Waarom haalt de menstruerende (vrouw) het vasten wel in, en haalt ze de Salaah niet in?” Zij antwoordde: “Dit overkwam ons in de tijd van de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, en voorwaar, wij werden bevolen om het vasten in te halen, maar werden niet bevolen om de Salaah in te halen.”[2]
– 3abdu-llaah ibn 3abbaas radiya-llaahu 3anhumaa heeft verhaald, hij zei: “Als de menstruerende (vrouw) na al-3asr rein wordt, bidt ze a-Dhuhr en al-3asr, en als ze rein wordt na al-3ishaa’, dan bidt ze al-Maghrib en al-3ishaa’.”[3]
– Zo zegt ook 3abdu-Rrahmaan ibn 3awf radiya-llaahu 3anhu: “Als de menstruerende (vrouw) rein wordt alvorens de zon ten onder gaat, bidt ze a-Dhuhr en al-3asr, en als ze rein wordt alvorens al-Fadjr (de ochtendschemering), bidt ze al-Maghrib en al-3ishaa’.”[4] Overigens is dat ook de mening van vele taabi3ien, waaronder Taawus en Qataadah radiya-llaahu 3anhum. Slechts al-Hasan al-Basrie radiya-llaahu 3anhu had een andere mening.
Uitleg:
– ‘Al-Adhaa’ is in het Arabisch de benaming van het offerfeest.
– ‘Al-Fitr’ is in het Arabisch de benaming van het feest van het verbreken van de vasten van de maand Ramadaan.
– ‘Resoluut’ betekent: verstandig, vastberaden.
Oordelen:
– De hadieth van aboe Sa3ied al-Khudrie bewijst dat de vrouw gedurende haar menstruatieperiode niet mag bidden en niet mag vasten. Hierover is er ook overeenstemming bij de geleerden.
– De hadieth van Mu3aadhah bewijst dat de menstruerende vrouw haar gebed niet hoeft in te halen, maar wel waadjib is haar vasten in te halen.
– De twee aathaar van ibn 3abbaas en ibn 3awf radiya-llaahu 3anhum bewijzen dat wanneer een menstruerende vrouw alvorens zonsondergang rein wordt, zij a-Dhuhr en al-3asr moet bidden. En als zij alvorens al-Fadjr rein wordt, moet ze al-Maghrib en al-3ishaa’ bidden. Tot dit oordeel zijn vele metgezellen en taabi3ien gekomen. Ook hanteren imaam Ahmad en imaam ibn Baaz dit oordeel. En Allaah weet het het beste.
– De hadieth van Mu3aadhah bewijst ook dat niet van elk voorschrift het motief bekend is. Zo is de moslim verplicht de voorschriften van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa aan te nemen en te accepteren in de hoedanigheid van hun neerzending, ook al weet hij niet wat het motief ervan is.
Hadieth 135
وَعَنْ عَائِشَةَ رَضِيَ اَللَّهُ عَنْهَا قَالَتْ: «لَمَّا جِئْنَا سَرِفَ حِضْتُ، فَقَالَ اَلنَّبِيُّ صلى الله عليه وسلم “اِفْعَلِي مَا يَفْعَلُ اَلْحَاجُّ، غَيْرَ أَنْ لا تَطُوفِي بِالْبَيْتِ حَتَّى تَطْهُرِي”». مُتَّفَقٌ عَلَيْهِ فِي حَدِيث.
3aa’ishah radiya-llaahu 3anhaa heeft verhaald, zij zei: “Toen wij in Sarif aankwamen begon ik te menstrueren, waarop de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam tegen mij zei: “Doe wat de bedevaarder doet, maar verricht de Tawaaf niet, totdat je weer rein wordt.”[5] Dit is een onderdeel van een lange hadieth.
Uitleg:
– ‘Tawaaf’ is een aanbidding waarin men rondom de Ka3bah loopt.
– ‘Sarif’ is een plaatsnaam van een gebied dat tussen Medienah en Mekkah ligt.
Oordelen:
– Deze hadieth bewijst dat de menstruerende vrouw geen Tawaaf mag verrichten tijden de Hadj of de 3umrah. Reinheid is namelijk één van de voorwaarden van deze aanbidding.
– Deze hadieth is ook een duidelijk bewijs dat het toegestaan is voor de menstruerende vrouw in de moskee aanwezig te zijn, de Qur’aan te lezen en alle andere handelingen te verrichten die de bedevaarder verricht, behalve de Salaah en de Tawaaf.
[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[2] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[3] Deze athar is overgeleverd door imaam Sa3ied ibn Mansoer in zijn ‘Musnad’ en imaam 3abdu-Rrazzaaq a-Ssan3aanie in zijn ‘Musannaf’.
[4] Zie de vorige voetnoot.
[5] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door o.a. imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.