Hadieth 46
وَعَنْ أَبِي هُرَيْرَةَ رضي الله عنه قَالَ: قَالَ رَسُولُ اَللَّهِ صلى الله عليه وسلم «لا وُضُوءَ لِمَنْ لَمْ يَذْكُرِ اِسْمَ اَللَّهِ عَلَيْهِ». أَخْرَجَهُ أَحْمَدُ، وَأَبُو دَاوُدَ، وَابْنُ مَاجَهْ، بِإِسْنَادٍ ضَعِيف. وَلِلترْمِذِيِّ: عَنْ سَعِيدِ بْنِ زَيْدٍ. وَأَبِي سَعِيدٍ نَحْوُه. ُقَالَ أَحْمَدُ: لا يَثْبُتُ فِيهِ شَيْء.
Aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu heeft gezegd dat de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam gezegd heeft: “Geen wudoe’ voor degene die de naam van Allaah ervóór niet gedenkt.”[1]
De voltooiing van de hadieth:
– Aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu heeft gezegd dat de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam gezegd heeft: “Geen Salaah voor degene die geen (geldige) wudoe’ heeft, en geen wudoe’ voor degene die de naam van Allaah ervóór niet gedenkt.”
Uitleg:
– “De naam van Allaah ervoor gedenkt”, hiermee bedoelt de profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: het zeggen van “Bismi-llaah”, of wel de tasmiyah verrichten.
Oordelen:
– Alle ahaadieth die wijzen op het gedenken van Allaah bij de wassing, zijn door de geleerden da3ief verklaard. Deze is echter door imaam al-Albaanie hasan verklaard.
– Het juiste oordeel is namelijk dat het gedenken van Allaah voordat men begint met de wassing, een voorwaarde is omdat deze hadieth hasan is verklaard. De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft namelijk de wassing nietig verklaard indien men Allaah ervoor niet gedenkt, of wel geen “Bismi-llaah” zegt.
[1] Hasan, deze hadieth is overgeleverd door imaam Ahmad en is da3ief verklaard door imaam Ahmad, imaam al-Bukhaarie en shaykh aboe Ishaaq al-Huwaynie, maar hasan verklaard door imaam al-Albaanie (zie: Irwaa’ al-ghaleel, hadiethnr.: 81).