Hadieth 14
عَنْ حُذَيْفَةَ بْنِ الْيَمَانِ رَضِيَ الْلَّهُ عَنْهُمَا، قَالَ: قَالَ النَّبِيُّ صلى الله عليه وسلم «لا تَشْرَبُوا فِي آنِيَةِ الذَّهَبِ والْفِضَّةِ، وَلا تَأْكُلُوا فِي صِحَافِهَا، فَإِنَّهَا لَهُمْ فِي الدُّنْيَا، وَلَكُمْ فِي الْآخِرَةِ». مُتَّفَقٌ عَلَيْه.ِ
Hudhayfah ibn al-Yamaan radiya-llaahu 3anhumaa heeft verhaald, hij zei: “De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: “Drinkt niet uit gouden of zilveren gerei en eet niet in gouden of zilveren schotels. Voorwaar, deze zijn voor hen in het wereldse, en voor jullie in het hiernamaals.”[1]
Uitleg:
– “Gerei”: al wat men tot het verrichten van een bezigheid nodig heeft: pannen, schalen, schotels en bekers.
– “Voor hen”: hiermee bedoelt de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: voor de ongelovigen.
Oordelen:
– Deze hadieth bewijst dat het eten of drinken in gouden of zilveren gerei voor een moslim Haraam is. Echter bewijst deze hadieth ook dat het gehele voorwerp van goud of zilver moet zijn, wil het Haraam zijn om erin te eten.
– Deze hadieth bewijst ook dat het eten met zilveren of gouden bestek Haraam is. Het motief van het verbod is namelijk dat het goud en of zilver is.
– Het verbod in de hadieth is een algemeen verbod, voor zowel de mannen als de vrouwen.
– Deze hadieth bewijst dat het eten en of drinken in gouden of zilveren gerei een genieting is voor de ongelovigen in dit vergankelijke wereldse leven, en een genieting is voor de gelovigen in het eeuwige leven in het hiernamaalse paradijs.
Hadieth 15
وَعَنْ أُمِّ سَلَمَةَ رَضِيَ الْلَّهُ عَنْهَا، قَالَتْ: قَالَ رَسُولُ الْلَّهِ صلى الله عليه وسلم «الَّذِي يَشْرَبُ فِي إِنَاءِ الْفِضَّةِ إِنَّمَا يُجَرْجِرُ فِي بَطْنِهِ نَارَ جَهَنَّمَ». مُتَّفَقٌ عَلَيْهِ.
Umm Salamah radiya-llaahu 3anhaa heeft verhaald, zij zei: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: “Degene die uit een zilveren beker drinkt, voorzeker, hij gorgelt slechts in zijn maag het hellevuur.”[2]
Oordelen:
– Deze hadieth bewijst ook dat het drinken uit een zilveren beker Haraam is, echter is het niet alleen Haraam, maar ook een grote zonde (kabierah) omdat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam daar een dreiging aan toegevoegd heeft, en dat bewijst het feit dat het een grote zonde is.
[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.
[2] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.