Vraag 46: Wat is ‘a-Shirku-l-akbar’ (de grote Shirk)?

200 vragen over geloofsleer, Tawhied, Wetenschap | 0 comments

Antwoord: Het is dat de dienaar naast Allaah een soortgelijke toekent, die hij gelijkstelt met de Heer der werelden; hij houdt van hem, zoals hij van Allaah houdt, en heeft angst voor hem, zoals hij angst voor Allaah heeft, en hij zoekt bij hem toevlucht, roept hem aan, vreest hem, vestigt zijn hoop op hem, zoekt toenadering tot hem, vertrouwt op hem, gehoorzaamt hem in ongehoorzaamheid aan Allaah, volgt hem in hetgeen waar Allaah ontevreden over is en andere zaken. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:

﴿إِنَّ اللَّهَ لا يَغْفِرُ أَنْ يُشْرَكَ بِهِ وَيَغْفِرُ مَا دُونَ ذَلِكَ لِمَنْ يَشَاءُ وَمَنْ يُشْرِكْ بِاللَّهِ فَقَدِ افْتَرَى إِثْماً عَظِيماً﴾ (النساء:48)

“Voorzeker, Allaah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten toegekend worden, maar Hij vergeeft daarnaast alles, aan wie Hij wil. En wie Allaah deelgenoten toekent: die heeft waarlijk een geweldige zonde verzonnen.” (Aayah:4/48).

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt ook:

﴿وَمَنْ يُشْرِكْ بِاللَّهِ فَقَدْ ضَلَّ ضَلالاً بَعِيداً﴾ (النساء: من الآية116)

“En al wie deelgenoten aan Allaah toekent, waarlijk, hij heeft ver gedwaald.”

(Aayah: 4/116).

﴿إِنَّهُ مَنْ يُشْرِكْ بِاللَّهِ فَقَدْ حَرَّمَ اللَّهُ عَلَيْهِ الْجَنَّةَ وَمَأْوَاهُ النَّارُ وَمَا لِلظَّالِمِينَ مِنْ أَنْصَارٍ﴾ (المائدة: من الآية72)

“Voorzeker, hij die deelgenoten aan Allaah toekent: Allaah heeft hem waarlijk het paradijs verboden. En zijn bestemming zal het hellevuur zijn. En voor de onrechtvaardigen zijn er geen helpers.” (Aayah: 5/72).

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt ook:

﴿ وَمَنْ يُشْرِكْ بِاللَّهِ فَكَأَنَّمَا خَرَّ مِنَ السَّمَاءِ فَتَخْطَفُهُ الطَّيْرُ أَوْ تَهْوِي بِهِ الرِّيحُ فِي مَكَانٍ سَحِيقٍ﴾ (الحج: من الآية31)

“want al wie aan Allaah deelgenoten toekent is als iemand die uit de hemel valt, en dan door de vogels wordt weggegrist of door de wind wordt geblazen naar een afgelegen plek.” (Aayah: 22/31).

Zo zijn er ook andere verzen. Tevens zegt de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam: «“Het recht van Allaah bij de dienaren, is dat zij Hem aanbidden en geen enkele deelgenoot aan Hem toekennen, en het recht van de dienaren bij Allaah, is dat Hij niet bestraft wie aan Hem geen enkele deelgenoot toekent.”» Deze hadieth bevindt zich in de Sahiehayn.

Degene die dit niveau van afgoderij openlijk verklaart, zoals de ongelovigen onder (de stam) Quraysh, verschilt niet, betreffende het buitentreden van de Islaam, van degene die het verbergt, zoals de bedriegers en huichelaars die de Islaam openlijk verklaren en hun ongeloof verbergen. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:

﴿إِنَّ الْمُنَافِقِينَ فِي الدَّرْكِ الْأَسْفَلِ مِنَ النَّارِ وَلَنْ تَجِدَ لَهُمْ نَصِيرا(145) إِلَّا الَّذِينَ تَابُوا وَأَصْلَحُوا وَاعْتَصَمُوا بِاللَّهِ وَأَخْلَصُوا دِينَهُمْ لِلَّهِ فَأُولَئِكَ مَعَ الْمُؤْمِنِينَ﴾ (النساء:146)

-145- Voorzeker, de huichelaars zullen in de laagste verdieping van het hellevuur zijn: jij zult nooit een helper voor hen vinden. -146- Behalve degenen die berouw hebben getoond en zich beteren en zich aan Allaah vasthouden en hun godsdienst voor Allaah zuiveren: zij zijn degenen bij de gelovigen.” (Aayah: 4/145-146).

En andere verzen.

Categorieën