Antwoord: We hebben eerder gesteld dat de dienaar de (Islamitische) godsdienst niet binnentreedt, behalve door middel van deze twee getuigenissen. Tevens zijn deze twee getuigenissen onlosmakelijk aan elkaar verbonden. De voorwaarden van de eerste getuigenis gelden ook voor de tweede getuigenis.
Uitleg: De dienaar kan -zoals eerder is behandeld- slechts door middel van de twee geloofsgetuigenissen -‘laa ilaaha illa-llaah, Muhammadun rasoelu-llaah’- de Islaam binnentreden. Deze twee getuigenissen zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. De Islaam is namelijk gebaseerd op beide getuigenissen. Tevens kunnen de mensen de voorschriften die Allaah hun bevolen heeft niet kennen, behalve wanneer zij de manier (Sunnah) van Zijn Boodschapper raadplegen. Dit leidt er toe dat wanneer men de Sunnah van de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam niet volgt, hij Allaah ongehoorzaam is. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:
﴿ مَنْ يُطِعِ الرَّسُولَ فَقَدْ أَطَاعَ اللَّهَ وَمَنْ تَوَلَّى فَمَا أَرْسَلْنَاكَ عَلَيْهِمْ حَفِيظاً﴾ (النساء:80)
“Wie de Boodschapper gehoorzaamt, hij gehoorzaamt waarlijk Allaah. En wie zich afkeert: Wij hebben jou niet als toezichthouder naar hen gezonden.” (Aayah: 4/80).
Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa stelt in dit vers duidelijk het gehoorzamen van Zijn Boodschapper als voorwaarde om Hem gehoorzaam te zijn. Dat betekent dat wanneer men de Boodschapper salla-llaahu 3alayhi wa-sallam verloochent, hij ook Allaah verloochent. En daarmee treedt men buiten de Islaam. Moge Allaah ons allen daarvan behoeden.
Tevens zijn de voorwaarden van deze getuigenis gelijk aan de voorwaarden van de vorige getuigenis, te weten:
1. (al-3ilm) Kennis, kennisnemen van haar betekenis. De betekenis van ‘Muhammadun rasoelu-llaah’ hebben we bij vraag 29 uitgebreid behandeld. De aspecten die we daar behandeld hebben, moet de moslimdienaar weten en hij moet erin geloven;
2. (al-Yaqien) Zekerheid (over haar) in het hart;
3.(al-Inqiyaad) Volgen, het innerlijk en uiterlijk volgen van ‘Muhammadun rasoelu-llaah’;
4. (al-Qaboel) Acceptatie, het accepteren van haar vereisten en essenties;
5. (al-Ikhlaas) Zuivere intentie;
6. (a-Ssidq) Oprechtheid, vanuit het hart, niet alleen met de tong;
7. (al-Mahabbah) Liefde, voor haar en haar volgelingen; liefde en haat omwille van haar.