Vraag 6: Wat is het kenmerk van de dienaar die van zijn Heer de Verhevene de Majesteitelijke houdt?

200 vragen over geloofsleer, Tawhied, Wetenschap | 0 comments

Antwoord:
Het kenmerk daarvan is dat hij van hetgeen houdt waar Allaah van houdt, en hetgeen haat wat Allaah haat en toornt. Dat doet hij door Zijn bevelen uit te voeren (te gehoorzamen), afstand te nemen van hetgeen Hij verboden heeft, van de geliefden van Allaah te houden en ze te steunen en bij te staan, en de vijanden van Allaah te haten en als vijanden te nemen. En daarom is hetgeen dat het Geloof het meest behoudt: liefde omwille van Allaah en haat omwille van Allaah.

Uitleg:
“Het kenmerk daarvan is dat hij van hetgeen houdt waar Allaah van houdt, en hetgeen haat wat Allaah haat en toornt. Dat doet hij door Zijn bevelen uit te voeren (te gehoorzamen), en afstand te nemen van hetgeen Hij verboden heeft.”

Het houden van hetgeen waar Allaah van houdt aan daden en woorden. Deze liefde moet blijken uit het verrichten van de daden en het nakomen van alles wat Allaah voorgeschreven heeft aan verplichtingen en aanbevelingen, en het afstand nemen van hetgeen dat Allaah toornt, en dat is elke onrechtvaardigheid en onreinheid.Het toppunt van onrechtvaardigheid en onreinheid begint bij het toekennen van deelgenoten aan Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa. De moslim hoort dit te haten en zich daar verre van te houden.

عن أبي سعيد الخدري قال : سمعت رسول الله r يقول» :من رأى منكم منكرا فليغيره بيده فإن لم يستطع فبلسانه فإن لم يستطعفبقلبه وذلك أضعف الإيمان» صحيح أخرجه مسلم وأبو داود والنسائي والترمذي وابن ماجةوأحمد

Aboe Sa3ied heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam gezegd heeft: «“Al wie onder jullie een verwerpelijke (zaak) ziet, laat hem het middels zijn hand veranderen. Voorwaar, als hij daartoe niet in staat is, laat hem het dan middels zijn tong veranderen. Als hij daartoe niet in staat is, laat hem het dan middels zijn hart doen, en dat is het zwakste niveau van het Geloof.”» En in een andere overlevering zegt de Profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem: «“en na dat is er geen mosterdzaadje Geloof.”»[1]

Deze hadieth bewijst dat als men het slechte niet kan veranderen, hij verplicht is het te haten, en als hij het niet haat heeft hij geen Iemaan. En dat bewijst dat het haten van slechte daden een kenmerk is van het houden van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa.

Zodoende is het liefhebben van een persoon omwille van Allaah ook een kenmerk van het houden van Allaah.

عن أنس بن مالك قال: قال رسول الله صلى الله عليه وسلم: »ثلاث من كن فيه وجد طعمالإيمان وقال بندار حلاوة الإيمان من كان يحب المرء لا يحبه إلا لله ومن كان اللهورسوله أحب إليه مما سواهما ومن كان أن يلقى في النار أحب إليه من أن يرجع في الكفربعد إذ أنقذه الله منه«. صحيح ابن ماجة

Anas ibn Maalik heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: «Drie zaken, als zij zich in iemand van jullie bevinden, dan proeft hij de smaak van het Geloof: wie van een persoon houdt, hij houdt van hem slechts omwille van Allaah, en wie van Allaah en Zijn Profeet meer dan van de rest houdt, en wie liever heeft dat hij in het vuur gegooid wordt dan dat hij terugkeert naar het ongeloof nadat Allaah hem daaruit gered heeft.»[2]

Het houden van een persoon omwille van Allaah houdt in dat je van hem houdt wegens zijn goede daden en zijn gehoorzaming aan Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa. Ook houdt het in dat je hem het goede adviseert en van het slechte weerhoudt.

Tevens zijn dit de kenmerken van de gelovigen. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft in Soeratu-l-Mu’minoen naar vele goede daden gewezen die degenen verrichten die van Allaah houden en in Hem geloven.

Allaah de Verhevene zegt in de edele Qur’aan:

﴿قَدْ أَفْلَحَ الْمُؤْمِنُونَ (1) الَّذِينَ هُمْ فِي صَلاتِهِمْ خَاشِعُونَ (2) وَالَّذِينَ هُمْ عَنِ اللَّغْوِ مُعْرِضُونَ (3) وَالَّذِينَ هُمْ لِلزَّكَاةِ فَاعِلُونَ (4) وَالَّذِينَ هُمْ لِفُرُوجِهِمْ حَافِظُونَ (5) إِلَّا عَلَى أَزْوَاجِهِمْ أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَانُهُمْ فَإِنَّهُمْ غَيْرُ مَلُومِينَ (6) فَمَنِ ابْتَغَى وَرَاءَ ذَلِكَ فَأُولَئِكَ هُمُ الْعَادُونَ (7) وَالَّذِينَ هُمْ لِأَمَانَاتِهِمْ وَعَهْدِهِمْ رَاعُونَ (8) وَالَّذِينَ هُمْ عَلَى صَلَوَاتِهِمْ يُحَافِظُونَ (9) أُولَئِكَ هُمُ الْوَارِثُونَ ﴾(المؤمنون: الآية:1-10)

” -1- Waarlijk, de gelovigen slagen. -2- Degenen die nederig zijn in hun Salaah. -3- En degenen die nutteloos gepraat vermijden. -4- En degenen die de Zakaah geven. -5- En degenen die hun kuisheid bewaken. -6- Behalve tegenover hun echtgenotes of hun slavinnen, dan worden zij niet verweten. -7- Maar wie meer dan dat wensen: zij zijn degenen die de overtreders zijn. -8- En degenen die goed zorgen voor wat hen is toevertrouwd en voor hun beloften. -9- En degenen die de Salaah onderhouden. -10- Zij zijn degenen die de erfgenamen zijn.” (Aayah: 23/1-10).

Zo zien we dat hoe meer goede daden men verricht en afstand neemt van de verboden zaken, des te meer hij van Allaah houdt en des te meer Allaah van hem zal houden. Dat betekent dat hoe minder goede daden men verricht waar Allaah van houdt, des te minder hij van Allaah houdt en des te minder Allaah van hem houdt.

Dus: het kenmerk van het houden van Allaah is het verrichten van de daden die Allaah voorgeschreven heeft en het afstand nemen van de daden die Allaah verboden heeft en die Allaah toornen. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:

﴿)قُلْ إِنْ كُنْتُمْ تُحِبُّونَ اللَّهَ فَاتَّبِعُونِي يُحْبِبْكُمُ اللَّهُ وَيَغْفِرْ لَكُمْ ذُنُوبَكُمْ وَاللَّهُ غَفُورٌ رَحِيمٌ﴾ (آل عمران:31)

“Zeg (o Muhammed) “Als jullie van Allaah houden, volgt mij dan: Allaah zal dan van jullie houden en jullie zonden vergeven. En Allaah is vergevensgezind, Meest Barmhartig.” (Aayah: 3/31).

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt in dit vers het volgende:

1.dat één van de voorwaarde van zuivere liefde voor Allaah is, dat de mensen Zijn Boodschapper die Hij naar hen gestuurd heeft volgen.

2.tevens zal Allaah dan houden van degene die van Hem houdt en aan deze voorwaarde voldoet.

“En van de geliefden van Allaah te houden en ze te steunen en bij te staan”

Om de geliefden van Allaah te steunen en bij te staan moeten we eerst weten wie die geliefden zijn. Om te weten te komen wie die geliefden zijn, moeten we het antwoord bij Degene Die hen lief heeft zoeken; en dat is Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa. De geliefden van Allaah worden in het volgende vers beschreven.

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:

﴿ أَلَا إِنَّ أَوْلِيَاءَ اللَّهِ لَا خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلَا هُمْ يَحْزَنُونَ (62) الَّذِينَ آَمَنُوا وَكَانُوا يَتَّقُونَ (63) لَهُمُ الْبُشْرَى فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَفِي الْآَخِرَةِ لَا تَبْدِيلَ لِكَلِمَاتِ اللَّهِ ذَلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ (64)﴾(يونس 62-64)

“-62- Weet: voorwaar, er zal geen vrees over de geliefden van Allaah komen en zij zullen niet treuren” (wie zijn dan die geliefden van Allaah?) -63- Degenen die geloofden en voortdurend Allaah vreesden. -64- Voor hen is er de verheugende tijding in het wereldse leven en in het hiernamaals. De Woorden van Allaah kennen geen verandering. Dat is de geweldige overwinning” (Aayah: 10/62-64).

Hiermee vertelt Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa dat Zijn geliefden degenen zijn die in Hem geloven en geloven in wat bij Hem vandaan komt en zich verre houden van de slechte daden die Hij verboden heeft om zichzelf daarmee van Allaah’s toorn te behoeden. Tegen hen zal er als zij de dood tegemoet komen gezegd worden: “Jullie hoeven niets te vrezen en niet te treuren”.

عن جرير أن عمر بن الخطاب قال قال النبي صلى الله عليه وسلم «إن منعباد الله لأناسا ما هم بأنبياء ولا شهداء يغبطهم الأنبياء والشهداء يوم القيامةبمكانهم من الله تعالى قالوا يا رسول الله تخبرنا من هم قال هم قوم تحابوا بروحالله على غير أرحام بينهم ولا أموال يتعاطونها فوالله إن وجوههم لنور وإنهم على نورلا يخافون إذا خاف الناس ولا يحزنون إذا حزن الناس وقرأ هذه الآية ( ألا إن أولياءالله لا خوف عليهم ولا هم يحزنون» صحيحأبي داود.

Ibn Djarier a-Ttabari heeft overgeleverd dat aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu verhaald heeft dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: »“Er zijn onder de dienaren van Allaah mensen die geen profeten en geen martelaars zijn, waarop de profeten en de martelaars op de Dag van de Opstanding jaloers zullen worden vanwege hun plaats bij Allaah. Men zei: “Wie zijn zij o Boodschapper van Allaah, wij willen van hen houden.” Hij zei: “Het zijn volkeren die omwille van Allaah van elkaar houden zonder dat zij familieleden van elkaar zijn en zonder geld dat zij aan elkaar geven. Bij Allaah, hun gezichten stralen en zij staan op stralend licht. Zij zullen niet vrezen wanneer de mensen vrezen en niet treuren wanneer de mensen treuren en toen las hij het vers op.”»[3]

Wat zijn de kenmerken van awliyaa’u-llaah?

De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam geeft in de volgende overlevering een paar kenmerken van de geliefden van Allaah. Hij zegt:

إن الله تعالى قال : «من عادى لي وليا فقد آذنته بالحرب ، وما تقرب إلي عبدي بشيءأحب إلي مما افترضته عليه ، وما زال عبدي يتقرب إلي بالنوافل حتى أحبه ، فإذاأحببته كنت سمعه الذي يسمع به ، وبصره الذي يبصر به ، ويده التي يبطش بها ، ورجلهالتي يمشي بها ، وإن سألني لأعطينه ، ولئن استعاذني لأعيذنه ، وما ترددت عن شيء أنافاعله ترددي عن قبض نفس المؤمن ، يكره الموت وأنا أكره مساءته » . صحيح البخاري.

«“Allaah de Verhevene zegt: “Wie een geliefde van Mij als vijand neemt, voorwaar, Ik verklaar hem de oorlog. Het meeste waar Ik van houd en waarmee Mijn dienaar toenadering tot Mij zoekt, zijn de zaken die Ik hem verplicht heb. Mijn dienaar blijft toenadering tot Mij zoeken door middel van het verrichten van de aanbevolen daden, totdat Ik van hem zal houden. En als Ik van hem houd, dan word Ik zijn gehoor waarmee hij hoort, zijn zien waarmee hij kijkt, zijn hand waarmee hij grijpt en zijn voet waarmee hij loopt, en als hij Mij vraagt, zal Ik hem geven en als hij bij Mij toevlucht zoekt, zal Ik hem beschermen. En Ik aarzel aan niets meer dan Mijn aarzeling aan het ontnemen van de ziel van de gelovige, hij haat de dood en Ik haat het om hem te pijnigen.”»[4]

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa waarschuwt ons in deze overlevering om zijn geliefden als vijanden te nemen en tegen te gaan, en geeft ons daarna de kenmerken van zijn geliefden

Al-awliyaa komt van ‘walaa’’ en betekent ‘het naderen tot’, en awliyaa’u-llaah zijn degenen die het dichtst bij Allaah staan. Al-wilaayah is net als Iemaan (het Geloof), elke moslim heeft de basis van Iemaan en zo heeft elke mu’min (gelovige) de basis van al-wilaayah. Maar de vervolmaakte wilaayah hebben slechts degenen die de kenmerken bezitten die we net opgesomd hebben. Tevens zijn degenen die deze kenmerken bezitten ook degenen waar Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa het in het vers en in de overlevering over heeft.

Wie zijn in ons dagelijks leven al-awliyaa’?

Er zijn twee soorten awliyaa’, te weten:

1. Mensen waarvan de daden niet waargenomen worden; dat zijn mensen die hun extra daden niet verrichten in de aanwezigheid van anderen, en dit zijn meestal aanbidders en aalmoesgevers;

2. Mensen waarvan de daden waargenomen worden zoals kennis, gebeden en het geven van aalmoes en Zakaah. En daaronder vallen:

De metgezellen van de Profeet Allaah’s gebeden en vrede zij met hem;

De metgezellen zijn de meest nobele mensen na de boodschappers en de profeten. Allaah de Heilige heeft ze in vele verzen geprezen. Teven zijn zij degenen die de verantwoordelijkheid hebben gekregen om deze godsdienst naar de mensen over te brengen. Allaah de Verhevene zegt:

﴿ كُنْتُمْ خَيْرَ أُمَّةٍ أُخْرِجَتْ لِلنَّاسِ تَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَتَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنْكَرِ وَتُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ ﴾(آل عمران:110)

“Jullie zijn de beste gemeenschap die uit de mensen is voortgebracht, (zolang) jullie het goede verplichten en jullie het verwerpelijke verbieden, en jullie in Allaah geloven.” (Aayah: 3/110).

Ook zijn zij in de vorige Schriften geprezen. Allaah de Heilige en Verheven zegt over hen:

﴿مُحَمَّدٌ رَسُولُ اللَّهِ وَالَّذِينَ مَعَهُ أَشِدَّاءُ عَلَى الْكُفَّارِ رُحَمَاءُ بَيْنَهُمْ تَرَاهُمْ ر ُكَّعاً سُجَّداً يَبْتَغُونَ فَضْلاً مِنَ اللَّهِ وَرِضْوَاناً سِيمَاهُمْ فِي وُجُوهِهِمْ مِنْ أَثَرِ السُّجُودِ ذَلِكَ مَثَلُهُمْ فِي التَّوْرَاةِ وَمَثَلُهُمْ فِي الْأِنْجِيلِ كَزَرْعٍ أَخْرَجَ شَطْأَهُ فَآزَرَهُ فَاسْتَغْلَظَ فَاسْتَوَى عَلَى سُوقِهِ يُعْجِبُ الزُّرَّاعَ لِيَغِيظَ بِهِمُ الْكُفَّارَ وَعَدَ اللَّهُ الَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ مِنْهُمْ مَغْفِرَةً وَأَجْراً عَظِيماً﴾(الفتح:29)

“Muhammed is de Boodschapper van Allaah en degenen die met hem zijn, zijn streng tegenover de ongelovigen, maar onderling barmhartig. Jij ziet hen zich neerknielen. Zij zoeken een gunst van Allaah en Zijn welgevallen. Hun kenmerken zijn zichtbaar in hun gezichten door de sporen van neerknieling. Dat is hun beschrijving in de Tawraah. En hun beschrijving in de Indjiel is als een jonge plant waarvan de loten[5] ontspruiten[6], waardoor hij sterker wordt. Daarna wordt hij steviger en staat hij recht op zijn wortel. Bij de planters veroorzaakt hij blijdschap. Hij (Allaah) wil daarmee de ongelovigen woedend maken. Allaah heeft degenen onder hen die geloven en goede werken verrichten vergeving en een geweldige beloning beloofd.” (Aayah: 48/29).

Allaah zegt ook:

﴿وَلَكِنَّ اللَّهَ حَبَّبَ إِلَيْكُمُ الْأِيمَانَ وَزَيَّنَهُ فِي قُلُوبِكُمْ وَ كَرَّهَ إِلَيْكُمُ الْكُفْرَ وَالْفُسُوقَ وَالْعِصْيَانَ أُولَئِكَ هُمُ الرَّاشِدُونَ﴾(الحجرات: من الآية7)

“Maar Allaah heeft jullie doen houden van het Geloof en Hij heeft het mooi gemaakt in jullie harten en Hij heeft jullie een afkeer doen hebben van ongeloof, zware zonden en opstandigheid. Zij zijn degenen die het rechte pad volgen.” (Aayah: 49/7).

Deze metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallamhebben ons namelijk de praktisering van zijn Sunnah overgeleverd. Vandaar dat wij hen horen te volgen, willen wij de zuivere Islaam volgen.

Tevens mogen wij niet slecht over hen praten, of hen uitschelden.

عن أبي سعيد الخدري قال: قال رسول الله صلى الله عليه وسلم: » لا تسبوا أصحابي فوالذي نفسي بيده لو أن أحدكم أنفق مثل أحد ذهبا ما أدرك مد أحدهم ولا نصيفه « أخرجه البخاري ومسلم

Aboe Sa3ied al-Khudrie heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallamheeft gezegd: «“Voorwaar, scheldt mijn metgezellen niet uit! Bij Degene Die mijn ziel in Zijn hand heeft, als iemand onder jullie (de berg) Uhud –in hoeveelheid- als aalmoes geeft, voorzeker, (zijn beloning) zal niet twee handen vol (aalmoes) onder hen behalen, en ook niet de helft daarvan»[7].

Uit de zo juist opgenoemde verzen en de hadieth wordt de positie van de metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallamduidelijk.

De geleerden die de Qur’aan en de Sunnah volgen en de praktisering van de metgezellen hanteren;

De geleerden die tot de godsdienst van Allaah oproepen volgens de juiste manier, zijn de meest verheven mensen na de metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam. Tevens zijn zij degenen waarmee Allaah de godsdienst behoudt. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:

﴿وَمَنْ أَحْسَنُ قَوْلاً مِمَّنْ دَعَا إِلَى اللَّهِ وَعَمِلَ صَالِحاً وَقَالَ إِنَّنِي مِنَ الْمُسْلِمِينَ﴾(فصلت:33)

“En wiens woord is beter dan dat van hem die oproept tot Allaah en die goede werken verricht, en die zegt: “Voorwaar, ik behoor tot de moslims.” (Aayah: 41/ 33).

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt in dit vers dat degene die naar Hem oproept en goede werken verricht, de meest verheven persoon is, omdat hij de meest verheven taak verricht. Deze dienaar is de meest geliefde bij Allaah de Verhevene.

عن أبي الدرداء قال إني سمعت رسول الله صلى الله عليه وسلم يقول: »من سلك طريقا يطلب فيه علما سلك الله به طريقا من طرق الجنة وإن الملائكة لتضع أجنحتها رضا لطالب العلم وإن العالم ليستغفر له من في السماوات ومن في الأرض والحيتان في جوف الماء وإن فضل العالم على العابد كفضل القمر ليلة البدر على سائر الكواكب وإن العلماء ورثة الأنبياء وإن الأنبياء لم يورثوا دينارا ولا درهما ورثوا العلم فمن أخذه أخذ بحظ وافر « رواه أبوداوود و الترمذي، وقال الشيخ الألباني : صحيح

Aboe al-Dardaa’ heeft verhaald: “Ik heb de boodschapper van Allaah horen zeggen”: « “Voorwaar, wie een weg kiest waarin hij naar kennis zoekt, Allaah zal (hem) daarmee een weg naar het paradijs geven. En voorwaar, de engelen zullen hun vleugels laten neerdalen vanwege hun tevredenheid met degene die kennis vergaart. En voorwaar, degenen die zich in de hemelen en op de aarde bevinden en de vissen in de zee vragen voor hem om vergiffenis. En voorwaar, de waarde van een geleerde tegenover die van de aanbidder, is de waarde van de volle maan die in de nacht schijnt tegenover de rest van de planeten. En voorwaar, de geleerden zijn de erfgenamen van de profeten. De profeten hebben namelijk geen ‘Dienaar’[8] of ‘Dirham’[9] nagelaten, maar hebben kennis nagelaten. Voorwaar, wie dat grijpt, hij heeft een overvloedig aandeel gegrepen.”»[10]

De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam maakt in deze hadieth duidelijk wat de waarde van een geleerde is. Alle levende schepselen zullen tevreden zijn met hem en zullen voor hem om vergiffenis vragen. Tevens heeft de geleerde de meest verheven positie na de profeten, omdat hij hun erfgenaam is in zijn werken en oproep tot Allaah de Heilige.

De aanbidders;

Dat zijn mensen die veel aanbevolen aanbiddingen verrichten. Deze kunnen geleerden en geen geleerden zijn. Een voorbeeld hiervan hebben we in de hadieth kunnen zien die de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa overlevert.

De rechtvaardige leiders.

De rechtvaardige leiders zijn ook geliefden van Allaah, wegens hun status, macht en verantwoordelijkheid tegenover Allaah en vervolgens tegenover de gelovigen die zij leiden. Een leider heeft namelijk veel macht, en is in staat niet rechtvaardig tegen zijn volk te wezen, vandaar dat de leider die omwille van Allaah rechtvaardig is tegenover zijn onderdanen, een verheven positie bij Allaah heeft.

Hoe steunen we awliyaa’u-llaah:

Er is een algemene steun en dat is dat wij van hen allemaal moeten houden, en hun moeten respecteren en waarderen.

De metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam moeten we volgen in de kennis die ze hebben, en gehoorzamen in hetgeen waarover ze oordelen. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft gezegd:

﴿وَمَنْ يُشَاقِقِ الرَّسُولَ مِنْ بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُ الْهُدَى وَيَتَّبِعْ غَيْرَ سَبِيلِ الْمُؤْمِنِينَ نُوَلِّهِ مَا تَوَلَّى وَنُصْلِهِ جَهَنَّمَ وَسَاءَتْ مَصِيراً﴾(النساء:115)

“En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de Leiding hem duidelijk is geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem in Djahannam (de hel) binnenleiden. En dat is de slechtste bestemming!” (Aayah: 4/115).

In dit vers zegt Allaah de Heilige dat degene die met opzet en nadat hem de waarheid duidelijk is geworden, een andere weg neemt dan de weg van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, en een andere weg neemt dan die van de gelovigen (de metgezellen), Allaah zijn daden voor hem in zijn hart mooi zal laten lijken. Vervolgens zal zijn bestraffing de hel zijn. Ook hoort de moslim van de metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallamte houden en hen te verdedigen.

De geleerden horen we te respecteren, te volgen in juiste kennis die zij aan ons overbrengen en te gehoorzamen in hetgeen zij oordelen. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt:

﴿يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا أَطِيعُوا اللَّهَ وَأَطِيعُوا الرَّسُولَ وَأُولِي الْأَمْرِ مِنْكُمْ﴾ (النساء 59)

“O jullie gelovigen, gehoorzaamt Allaah en gehoorzaamt de Boodschapper en degenen onder jullie die met gezag bekleed zijn.” (Aayah: 4/59).

De geleerden hebben gezegd: degenen ‘die met gezag bekleed zijn’, zijn de moslims die de leiding hebben over de moslims en de geleerden, omdat de geleerden slechts de wetten van Allaah vertegenwoordigen.

Ook is één van de verplichtingen die tevens een steun is aan awliyaa’u-llaah, het adviseren. De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd:

عن تميم الداري قال قال رسول الله صلى الله عليه وسلم: «إن الدينالنصيحة إن الدين النصيحة إن الدين النصيحة قالوا لمن يا رسول الله قال لله وكتابهورسوله وأئمة المؤمنين وعامتهم أو أئمة المسلمين وعامتهم» * ( صحيح ) _ الترمذي 2007 : أخرجه مسلم

Tamiem a-Ddaarie moge Allaah met hem behaagd zijn heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam heeft gezegd: «“Voorwaar, de godsdienst is het adviseren (dat zei hij driemaal).” Zij zeiden: “Voor wie, o Boodschapper van Allaah?” Hij zei: “Voor Allaah en Zijn Boek en Zijn Boodschapper en de leiders van de gelovigen en de algemene gelovigen.”»[11]

“en de vijanden van Allaah haten en als vijanden nemen”

Wie zijn de vijanden van Allaah?

Alle ongelovigen zijn de vijanden van Allaah. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt namelijk:

﴿فَلَنُذِيقَنَّ الَّذِينَ كَفَرُوا عَذَابًا شَدِيدًا وَلَنَجْزِيَنَّهُمْ أَسْوَأَ الَّذِي كَانُوا يَعْمَلُونَ (27) ذَلِكَ جَزَاءُ أَعْدَاءِ اللَّهِ النَّارُ لَهُمْ فِيهَا دَارُ الْخُلْدِ جَزَاءً بِمَا كَانُوا بِآَيَاتِنَا يَجْحَدُونَ (28)﴾ (فصلت: 27 – 28)

“-27-En Wij zullen degenen die niet geloven zeker een harde bestraffing doen proeven. En Wij zullen hen vergelden naar het slechtste wat zij plachten te doen. -28- Dat is de vergelding voor de vijanden van Allaah: de hel. Voor hen is daar de eeuwige verblijfplaats, als een vergelding omdat zij Onze Tekenen plachten te ontkennen.”(Aayah:41/27-28).

Dit vers bewijst dat alle ongelovigen die de Islaam niet als godsdienst hanteren, de vijanden zijn van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa. De vijanden van Allaah zullen in het hiernamaals een zware bestraffing ondergaan.

Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt ook:

﴿)لا تَجِدُ قَوْماً يُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ يُوَادُّونَ مَنْ حَادَّ اللَّهَ وَرَسُولَهُ وَلَوْ كَانُوا آبَاءَهُمْ أَوْ أَبْنَاءَهُمْ أَوْ إِخْوَانَهُمْ أَوْ عَشِيرَتَهُمْ أُولَئِكَ كَتَبَ فِي قُلُوبِهِمُ الْأِيمَانَ وَأَيَّدَهُمْ بِرُوحٍ مِنْهُ وَيُدْخِلُهُمْ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِنْ تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا عَنْهُ أُولَئِكَ حِزْبُ اللَّهِ أَلا إِنَّ حِزْبَ اللَّهِ هُمُ الْمُفْلِحُونَ) ﴾(المجادلة:22)

“Jij vindt geen volk dat in Allaah en in de Laatste Dag gelooft dat degenen die Allaah en Zijn Boodschapper tegenstreven liefheeft, ook al zijn het hun vaders, of hun zonen of hun broeders of hun stamgenoten. Zij zijn degenen bij wie Hij het Geloof in hun harten heeft geschreven en Hij versterkt hen met hulp van Hem, en Hij doet hen Tuinen (het paradijs) binnengaan waar de rivieren onder door stromen. Zij zijn daarin eeuwig levenden. Allaah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Zij zijn degenen die van de groep van Allaah zijn. Weet: voorwaar, de groep van Allaah is de winnaar.” (Aayah: 58/22).

Dit vers bewijst dat de moslim de ongelovigen niet lief mag hebben en moet haten, ook al zijn het zijn naasten. Vooral als het gaat om degene die Allaah en Zijn Boodschapper tegenstreeft.

Soorten vijanden qua niveau:

Zoals er niveaus zijn van de geliefden van Allaah, zo zijn er ook niveaus van de vijanden van Allaah.

1.  Alle ongelovigen die Allaah en Zijn Boodschapper niet bestrijden, zoals we in het vorige vers hebben gezien, beschouwt Allaah als Zijn vijanden.Deze soort horen wij moslims wegens hun ongeloof en slechte daden te haten, maar met respect en goed gedrag en rechtvaardigheid te behandelenAllaahsubhaanahu wa-ta3aalaaheeft gezegd:

﴿)لا يَنْهَاكُمُ اللَّهُ عَنِ الَّذِينَ لَمْ يُقَاتِلُوكُمْ فِي الدِّينِ وَلَمْ يُخْرِجُوكُمْ مِنْ دِيَارِكُمْ أَنْ تَبَرُّوهُمْ وَتُقْسِطُوا إِلَيْهِمْ إِنَّ اللَّهَ يُحِبُّ الْمُقْسِطِينَ) ﴾ (الممتحنة:8)

“Allaah verbiedt jullie niet om met degenen die jullie niet bestrijden vanwege de godsdienst, en die jullie niet uit jullie woonplaatsen verdrijven, goed en rechtvaardig om te gaan. Voorwaar, Allaah houdt van de rechtvaardigen.”(Aayah: 60/8).

Imaam Ahmad heeft overgeleverd dat 3abdu-llaah ibn a-Zzubayr radiya-llaahu 3anhu verhaald heeft dat «Qutaylah de moeder van Esmaa’ de dochter van aboe Bakr moge Allaah met allen behaagd zijn met cadeaus naar haar dochter kwam. Zij was in die tijd nog ongelovig. Esmaa’ weigerde haar cadeaus aan te nemen en haar bij haar thuis binnen te laten. Esmaa’ vroeg de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam. Vervolgens heeft Allaah dit vers doen neerdalen. De Profeet heeft Esmaa’ bevolen de cadeaus van haar moeder aan te nemen en haar in haar huis toe te laten.»[12]

Dit vers en overlevering en andere overleveringen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam bewijzen dat het verplicht is om de ongelovigen te haten, maar als zij de Islaam en moslims geen kwaad berokkenen, moeten we hen met respect en rechtvaardigheid behandelen. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft ook gezegd:

﴿يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا كُونُوا قَوَّامِينَ لِلَّهِ شُهَدَاءَ بِالْقِسْطِ وَلا يَجْرِمَنَّكُمْ شَنَآنُ قَوْمٍ عَلَى أَلَّا تَعْدِلُوا اعْدِلُوا هُوَ أَقْرَبُ لِلتَّقْوَى وَاتَّقُوا اللَّهَ إِنَّ اللَّهَ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ) (المائدة:8)

“O jullie die geloven! Weest standvastigen voor Allaah als rechtvaardige getuigen. En laat de haat van een volk jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te wezen. Weest rechtvaardig, dat is het dichtst bij de taqwah. En vreest Allaah. Voorwaar, Allaah weet wat jullie doen.” (Aayah: 5/4).

Rechtvaardigheid houdt namelijk in dat de moslim iedere persoon, of het een gelovige of een ongelovige is, hem zijn recht geeft. Zo hebben de ouders het recht van gehoorzaming in het goede en respect, de familie het behouden van de banden, enz. Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt ook:

﴿وَاعْبُدُوا اللَّهَ وَلا تُشْرِكُوا بِهِ شَيْئاً وَبِالْوَالِدَيْنِ إِحْسَاناً وَبِذِي الْقُرْبَى وَالْيَتَامَى وَالْمَسَاكِينِ وَالْجَارِ ذِي الْقُرْبَى وَالْجَارِ الْجُنُبِ وَالصَّاحِبِ بِالْجَنْبِ وَابْنِ السَّبِيلِ وَمَا مَلَكَتْ أَيْمَانُكُمْ إِنَّ اللَّهَ لا يُحِبُّمَنْ كَانَ مُخْتَالاً فَخُوراً﴾(النساء:36)

“En aanbidt Allaah en kent Hem in niets een deelgenoot toe, en weest goed voor de ouders en de verwanten en de wezen en de behoeftigen en de verwante buren en de niet-verwante buren en de goede vrienden en de reiziger en de slaven waarover jullie beschikken. Voorwaar, Allaah houdt niet van trotse hoogmoedigen.” (Aayah: 4/36).

Echter mag rechtvaardigheid en goed gedrag niet leiden tot liefde of loyaliteit. De moslim hoort de ongelovige wegens zijn ongeloof en afgoderij in het algemeen in zijn hart te haten.[13] Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa zegt hierover:

﴿قَدْ كَانَتْ لَكُمْ أُسْوَةٌ حَسَنَةٌ فِي إِبْرَاهِيمَ وَالَّذِينَ مَعَهُ إِذْ قَالُوا لِقَوْمِهِمْ إِنَّا بُرَآءُ مِنْكُمْ وَمِمَّا تَعْبُدُونَ مِنْ دُونِ اللَّهِ كَفَرْنَا بِكُمْ وَبَدَا بَيْنَنَا وَبَيْنَكُمُ الْعَدَاوَةُ وَالْبَغْضَاءُ أَبَداً حَتَّى تُؤْمِنُوا بِاللَّهِ وَحْدَهُ (الممتحنة: من الآية 4)

“Waarlijk, er was voor jullie een goed voorbeeld in Ibraahiem en degenen die met hem waren. Toen zij tot hun volk zeiden: “Wij nemen afstand van jullie en van wat jullie naast Allaah aanbidden. Wij verloochenen jullie en er is tussen ons en jullie vijandschap en haat ontstaan, voor altijd, en tot jullie in Allaah, de Enige geloven.” (Aayah: 60/4).

2.De vijanden die Allaah en Zijn Godsdienst bestrijden.

De vijanden die Allaah en Zijn godsdienst bestrijden. Hier oordelen de grote geleerden van ahlu-ssunnah over; de mensen horen hen te gehoorzamen in hetgeen zij beslissen. Hun oordeel is afhankelijk van de toestand van de moslims en hun situatie (of zij onder een Islamitische staat vallen, of niet). Dit onderwerp zal in-shaa’-Allaah nader apart worden behandeld.

“En daarom is hetgeen dat het Geloof het meest behoudt: liefde omwille van Allaah en haat omwille van Allaah.”

Dit is een verwijzing naar de uitspraak van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam, die 3abdu-llaah ibn 3abbaas radiya-llaahu 3anhumaa verhaald heeft, waarin hij zegt: «“Het meest hechte knoopsgat der Iemaan is de vriendschap omwille van Allaah en de vijandschap omwille van Allaah, en liefde omwille van Allaah en haat omwille van Allaah.”»[14]

De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam vertelt middels deze uitspraak dat liefde en haat omwille van Allaah de hoofdoorzaken zijn van de standvastigheid in het hart van de gelovige. Tevens is dit een geweldig en belangrijk fundament binnen het Islamitische geloof. Dit onderwerp zal ook in-shaa’-Allaah nader behandeld worden.[15]


[1]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam Muslim, imaam aboe Daawoed,imaam a-Nnasaa’ie, imaam a-Ttirmidhie, imaam ibn Maadjah en imaam Ahmad, en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.

[2]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam ibn Maadjah.

[3] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam aboe-Daawoed en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.

[4]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie.

[5] “Loten” is de meervoud van loot, en betekent: jonge tak.

[6] “Ontspruiten” betekent: afkomstig zijn van.

[7]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.

[8] ‘Dienaar’ is: een goudenmuntstuk dat als munteenheid in de Islamitische tijdperk werd gebruikt.

[9] ‘Dirham’ is: een zilverenmuntstuk dat als munteenheid in de Islamitische tijdperk werd gebruikt.

[10]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Ttirmidhie en imaam aboe Daawoed en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.

[11]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Ttirmidhie en is o.a. sahieh verklaard door imaam Muslim.

[12]Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.

[13] Zie voor meer detail over dit onderwerp vraag 27.

[14] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Ttabaraanie en sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.

[15] Zie vragen 26 en 27.

Categorieën