7.8. De grondige reiniging van het geslacht

De ethieken van het doen van de behoefte, De Reiniging, Fiqh, Wetenschap | 0 comments

Hadieth 94

وَعَنْ أَبِي هُرَيْرَةَ رضي الله عنه قَالَ: قَالَ رَسُولُ اَللَّهِ صلى الله عليه وسلم «اِسْتَنْزِهُوا مِنْ اَلْبَوْلِ، فَإِنَّ عَامَّةَ عَذَابِ اَلْقَبْرِ مِنْهُ». رَوَاهُ اَلدَّارَقُطْنِيّ.

Aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: “Voorwaar, reinigt jullie van urine, voorzeker, de meest voorkomende bestraffing in het graf is daardoor.”[1]

Bewijsstukken:

– 3abdu-llaah ibn 3abbaas radiya-llaahu 3anhumaa heeft verhaald, hij zei: “De Boodschapper van Allaah liep langs twee graven en zei: “Voorzeker, zij worden bestraft, en zij worden niet bestraft voor iets groots. Voorwaar, het is wel voor iets groots. Voorwaar, deze verwijderde de urine niet van zichzelf, en deze liep tussen de mensen met roddels (a-nnamiemah). Vervolgens vroeg hij om een vochtige steel die hij in tweeën brak. Vervolgens plantte hij één deel op het ene (graf) en op het andere (graf) het andere (deel), en zei: “Hun bestraffing zal voor hen verminderd worden zolang deze niet uitdrogen.”[2]

Oordelen:

– Deze hadieth bewijst dat het waadjib is om de urine zo goed mogelijk te verwijderen en het uitscheidingsorgaan te reinigen, en dat het verlaten daarvan een grote zonde is wegens de dreiging die de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam aangeeft.[3]

– Deze hadieth bewijst dat de moslim de kleine voorgeschreven zaken niet mag minachten. Het zijn namelijk bij Allaah grote zaken. Dit betekent ook dat er binnen de Islaam geen basis en een schil bestaan. Aan alles wat Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa heeft voorgeschreven, dient de moslim zich te onderwerpen.

Hadieth 95

وَلِلْحَاكِمِ: «أَكْثَرُ عَذَابِ اَلْقَبْرِ مِنْ اَلْبَوْلِ». وَهُوَ صَحِيحُ اَلْإِسْنَاد.

Aboe Hurayrah radiya-llaahu 3anhu heeft verhaald dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam gezegd heeft: “Voorzeker, de meest voorkomende bestraffing in het graf komt door urinering.”[4]

Oordelen:

– Deze hadieth bewijst zoals de vorige hadieth, dat het verlaten van het verwijderen van urine een grote zonde is, en dat degene die het begaat bestraffing in het graf verdient.

– Deze hadieth bewijst dat de mens de zonden minacht, hoewel het bij Allaah grote zaken zijn.


[1] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam a-Ddaaraqutnie en sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.

[2] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd en sahieh verklaard door imaam al-Bukhaarie en imaam Muslim.

[3] Zie ook hadieth 97.

[4] Sahieh, deze hadieth is overgeleverd door imaam Ahmad, imaam ibn Maadjah, en imaam al-Haakim, en deze uitspraak is van imaam al-Haakim, en is sahieh verklaard door imaam al-Albaanie.

Categorieën