“Wees geduldig, familie van Yaasir. Waarlijk, jullie ontmoetingsplaats zal het Paradijs zijn.“
3Ammaar ibn Yaasir radiya-llaahu 3anhu, werd vier jaar voor de geboorte van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam geboren. 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu en zijn ouders, Yaasir ibn Maalik en Sumayyah bint Khayyaat, waren een van de eerste volgelingen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam . Tevens was 3Ammaar’s moeder, Sumayyah, de eerste martelaar in de Islaam.
3Ammaar radiya-llaahu 3anhu was een bevrijdde slaaf van de Bani Makhzoem. Tezamen met zijn familie behoorde tot de arme en zwakke mensen die, vanwege hun geloof, door Quraysh lastig gevallen en gemarteld werden. 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu en zijn familie werden naar de brandende woestijn van Mekka gebracht, waar verschillende vormen van martelingen op hen werd toegebracht. Aldus heeft Amr ibn Maymoen gezegd dat de polytheïsten van Mekka 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu met vuur verbrandden.
De Boodschapper van Allah ging altijd naar de plaats waar hij wist dat 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu en zijn familie gemarteld werden. Hij had in die tijd geen enkele mogelijkheid om verzet te bieden of om hen te beschermen. Dit was de wil van Allaah subhaanahu wa-ta3aalaa, omdat het nieuwe geloof dat aan de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam was geopenbaard, geen voorbijgaande hervormingsbeweging was. Het was een manier van leven voor de gehele mensheid, dat uit heldhaftigheid, opofferingen en geduld moest bestaan.
De betekenis daarvan wordt voor de moslims geïllustreerd en belicht in meerdere verzen van de Qur’aan. Allah zegt:
”Dachten de mensen dat zij met rust gelaten worden, als zij zeggen: ”Wij geloven,” en dat zij niet op de proef gesteld worden?” Al-3Ankaboet 2
”Dachten jullie dat jullie het Paradijs binnen zouden gaan zonder dat Allaah degenen die vochten van jullie gekend doet worden en de geduldigen gekend doet worden?” Alie-3Imraan 142
”En voorzeker, Wij hebben degenen voor hen op de proef gesteld. Allaah kent zeker degenen die de oprecht spreken en Hij kent zeker de leugenaars.” Al-3Ankaboet 2
”Of dachten jullie dat jullie onbeproefd gelaten zouden worden, terwijl Allaah nog niet heeft doen weten, wie van jullie strijden en geen vertrouwelingen nemen buiten Allaah en zijn Boodschapper en de gelovigen? En Allaah is Alwetend over wat jullie doen.” At-Tawbah 16
”Allaah zal de gelovigen niet in de toestand laten waarin jullie verkeren totdat Hij het slechte van het goede scheidt…” Alie-3Imraan, 179
Ondanks de overweldigende angst en terreur die 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu heeft moeten doorstaan, bleef zijn hart standvastig.
Toen de Boodschapper van Allaah salla-llaahu 3alayhi wa-sallam 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu bezocht, legde hij zijn hand op 3Ammaar’s hoofd en zei: ”O vuur, wees koud en veilig voor voor 3Ammaar, net als jij koud en veilig voor Ibrahiem 3alayhi as-sallaam bent geweest.”1
In een andere overlevering staat vermeld dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam op een dag naar 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu zocht, en toen hij bij hem aan was gekomen 3Amaar radiya-llaahu 3anhu tegen hem zei: ”O Boodschapper van Allaah, wij lijden aan extreme martelingen.” Hierop antwoordde de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam : ”Wees geduldig, familie van Yaasir. Waarlijk, jullie ontmoetingsplaats zal het Paradijs zijn.” ((Overgeleverd door Ibn Sa3d in Kitaab at-Tabaqaat))
3Ammaar’s moeder Sumayyah, werd door Aboe Djahl met een bajonet doorstoken, waarmee zij de eerste martelaar in de Islaam werd. De vader van 3Ammaar stierf door de herhaalde martelingen waaraan hij werd onderworpen.
De metgezellen van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam hebben in vele overleveringen de martelingen beschreven die 3Amaar moest doorstaan. 3Amaar heeft alle gevallen van marteling kunnen verdragen, met uitzondering van een geval. 3Amr ibn al-Haakim heeft na aanleiding van deze gebeurtenis gezegd: ”3Ammaar werd zo erg gemarteld, waardoor hij niet meer bewust was van wat hij zei.”
3Ammaar werd in deze gevallen gebeurtenis gedwongen om de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam te vervloeken en de afgodsbeelden van Quraysh te verheerlijken. In een moment van zwakte, heeft hij dit onbewust onder de druk van de martelingen die hij onderging, gedaan. Zijn huid werd met vuur verbrand, hij werd op gloedhete stenen gelegd, en zijn hoofd werd onder het water gedompeld tot hij nauwelijks meer kon ademen.
Later toen 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu tot bewustzijn was gekomen en zich herinnerde wat hij gezegd had, raakte hij enorm verontrust en werd hij met angst voor de dood en de bestraffing opgezadeld. Toen de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam hem vroeg of hij wat nieuws had meegemaakt, zei hij: ”Ik heb slecht nieuws. Ik werd niet met rust gelaten totdat ik iets slechts over u had gezegd en iets goeds over hun afgodsbeelden.” Daarop vroeg de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam : ”Hoe voelt jouw hart zich?” Vervolgens antwoordde 3Ammaar: ”Tot rust gekomen in het geloof.” Daarna zei de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam : ”Als ze hetzelfde bij jou herhalen, herhaal dan wat jou gedwongen werd om te zeggen.” 2 Onmiddellijk daaropvolgend, werd de volgende vers geopenbaard:
”…behalve wie gedwongen is terwijl zijn hart in het geloof tot rust gekomen was…” an-Nahl 106
DE PERIODE NA DE HIDJRA
De moslims vestigden zich in Medina na de Hidjra van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam. De periode in Medina stelde de moslimgemeenschap in de gelegenheid te groeien en sterker te worden. 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu bevond zich in deze groep en kreeg een waardige positie toegekend. Aldus zei de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam : ”Neem de twee die mij zullen volgen als voorbeeld, Aboe Bakr en 3Umar, en volg de leiding van 3Ammaar.”3
3Ammaar was tevens een van de mensen die hard werkte aan de bouw van Masdjid an-Nabawi (Moskee van de Profeet) in Medina, en de zware stenen op zijn schouders droeg. Toen de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zijn inspanning zag, kreeg hij medelijden met hem en liep vervolgens hij naar hem toe. Hij veegde het zand van zijn gezicht af en zei in het bijzijn van alle metgezellen: ” Wee voor jou Ibn Sumayyah, vermoord door de onderdrukkende partij.” ((Ridjaal hawl ar-Rasoel))
De Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam hield zielsveel van 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu en prijsde hem regelmatig. Het is overgeleverd de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam het volgende over hem heeft gezegd: ”3Ammaar is tot op het bot gevuld met geloof.”4
Ook heeft de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam het volgende gezegd: ”Het paradijs verlangt naar drie mensen: 3Alie, 3Ammaar en Salmaan.” ((At-Tirmidhie en Al-Haakim, sahih verklaard door Al-Albaani in Sahih al-Djaami3))
Al-Haithamie heeft verhaald dat er op een dag een klein misverstand tussen Khaalid ibn al-Walied en 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu heeft plaatsgevonden, waarop de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam zei: ”Degene die 3Ammaar bestrijdt, Allaah zal hem bestrijden, en degene die 3Ammaar boos maakt, Allaah zal hem boos maken.” Hierdoor haastte Khaalid ibn al-Walied zich om vergeving bij 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu te vragen. (( At-Tabaraanie))
3Ammaar ibn Yaasir radiya-llaahu 3anhu heeft in alle veldslagen als een dappere soldaat hard meegevochten, vooral in de eerste twee veldslagen van Badr en Uhud. Tijdens de veldslag van Yamaamah werd zelfs zijn oor afgesneden door de tegenstander.
3Umar ibn al-Khattaab radiya-llaahu 3anhu heeft tijdens zijn kalifaat 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu tot gouverneur van Koefa gekozen. De heerschappij van 3Ammaar vermeerderde alleen maar zijn bescheidenheid en zijn nederigheid. Ibn Abi Hudhail heeft het volgende over 3Ammaar verhaald tijdens zijn heerschappij: ”Ik heb 3Ammaar ibn Yaasir groenten zien kopen toen hij de gouverneur van Koefa was. Hij bond ze aan zijn schouder met een touw vast, en liep zo naar huis.”5
3AMMAAR EN DE VELDSLAG VAN SIFIEN
Na de dood van 3Uthmaan ibn 3Affan radiya-llaahu 3anhu waarbij er een conflict tussen 3Alie ibn Aboe Taalib radiya-llaahu 3anhu en Mu3aawiyah radiya-llaahu 3anhu ontstond, sloot 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu zich bij 3Alie radiya-llaahu 3anhu aan. Dit deed hij niet uit partijdigheid, maar om rechtvaardigheid uit te dragen. 3Ammaar had immers nooit gewild om deel te nemen aan een oorlog tussen twee moslimpartijen.
In het jaar 36 NH, troffen de legers van 3Ali radiya-llaahu 3anhu en Mu3aawiyah radiya-llaahu 3anhu elkaar bij de veldslag van Sifien. Aboe al-Bukhtarie heeft verhaald dat 3Ammaar op de dag van de veldslag om een glas melk vroeg. Nadat hij het gedronken had, zei de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam : ”Het laatste wat jij in deze wereld zult drinken, is melk.”6
Toen 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu bij de veldslag was betrokken, wist hij dat de voorspelling van de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam uit zo komen, en dat hij een van de martelaren van de veldslag zou zijn.
Het leger van Mu3aawiyah radiya-llaahu 3anhu wist dat de Profeet salla-llaahu 3alayhi wa-sallam had voorspeld dat 3Ammaar vermoord zij worden door de onderdrukkende partij, en probeerden zodoende 3Ammaar te vermijden. Zij wisten dat zij dan voor ‘de onderdrukkende partij’ uitgemaakt zouden worden. 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu bleef echter als een dappere soldaat doorvechten waardoor hij door een van Mu3aawiyah’s soldaten gedood werd.
3Alie radiya-llaahu 3anhu droeg 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu op zijn schouders naar de plek waar hij begraven werd. De moslims bleven verbijsterd naar het graf van 3Ammaar radiya-llaahu 3anhu staren, en zeiden: “Een aantal uur geleden stond 3Ammaar op het slagveld tussen ons te zingen, gevuld met de vreugde van een vreemdeling die naar zijn huis terugkeerde en riep: ”Vandaag zal ik mijn geliefden ontmoeten, Muhammad en zijn metgezellen. ” ((Ridjaal hawl ar-Rasoel))
3Ammaar ibn Yaasir radiya-llaahu 3anhu overleed op een 93-jarige leeftijd.______________________________________________ Bronnen:
Men around the Messenger
Ashaab Ar-Rasoel, Mahmoud al-Masrie
http://www.ummah.net/islam/taqwapalace/stories/ammar-ibn-yaser.html